maandag 3 oktober 2011

Vancouver

Woensdag 14 september: vancouver:

We zijn weer enige tijdszones verder. Er is nu een tijdsverschil van 9 uur met Nederland. We had-den een rustige vlucht van Ottawa naar Vancouver. We zitten in het hotel Sylvia aan Sunset boullevard in Vancouver. Vanuit de bar zie ik veel schepen voor anker liggen. In de verte voeren containerschepen langs; op weg naar Seatlle, Portland of Vancouver? Na een bier hebben we een uur langs de boulevard gewandeld en zijn daarna in de bar gaan eten met uitzicht op de joggers, skaters, fietsers, etc. Er kwam zelfs iemand met langs op rollerskates met een dalmatier aan de lijn. Heel relaxed allemaal.
Gisteren de laatste dag in Ottawa ( spreek uit Ottwah) . Een uitvoerig bezoek aan de parlementsge-bouwen onder leiding van de mensen die verantwoordelijk zijn voor de historische collectie van het gebouw en de architect die verantwoordelijk is voor de restauratie. Het gebouw is ooit ge-bouwd door Schotse metselaars die geen weet hadden van de extreme temperatuurswisselingen in Ottawa.Het bezoek liep wat uit. Daarna een pubmeal en dat liep ook wat uit. Gu en ik waren de enige Newcomen leden die nog de sluizentrap van het Rideaukanaal in Ottawa hebben bezocht. Tijdens dat bezoek een enorme onweersbui. We schuilden in een museumpje. Geen tijd meer voor andere musea zoals het nieuwe war museum of het museum of civilization. 's Avonds hebben we samen gegeten in een gerenoveerde oude markt: een luxe bistro. Dat is net zo modern als een gastro pub.
De horeca is wat apart. Als je iets kiest is altijd "Great choice". Als je iets van de bierkaart kiest ( we hebben veertig soorten Belgisch bier) blijkt het net op. In Toronoto ( spreek uit : Tfronno, net of het een New Yorkes maffia naam is, maar het is Indiaans) bestelde ik een Leffe Blonde van de kaart; Ik kreeg een donker bier. Dus ik zei tegen de aanwezige bierspecialist dat het niet klopte. Hij hield het glas tegen het licht en kwam tot de conclusie dat ik gelijk had. Ik kreeg vervolgens Hoegaarden.Ze hadden volgens hem net de vorige dag de kaart gewisseld. Daarna bracht hij mij zwarte cappuccino. Bij het barmeal bleken alle door mij gekozen bier soorten ook net op. Uiteindelijk kreeg ik en soort Kriek, maar dan met cranberry smaak.
We hebben een goed gevoel over de Newcomen Society visit in Ontatia. Het is wel weer prettig om samen te zijn en niet de hele dag Engels te hoeven praten. Morgen een hele dag in Vancouver.

Kingston-Ottawa



Maandag 12 september:

Zaterdag: Mariott Court; een grote studio maar een zeer matig ontbijt. Wandelend naar het maritieme museum. Daar lag een boeienlegger annex ijsbreker in het oudste droogdok van Canada. Het museum had een mooie collectie, maar de bookshop was wat aan de magere kant. Daarna rondvaart door Thousand islands; prachtig gebied van 1800 eilanden in de St. Lawrence rivier en het Ontariomeer. Sinds tweede helft 19de eeuw playground for the rich; vooral Amerikanen. Prachtige landhuizen. Het deed denken aan Zweedse scherenkust. Aan boord van de namaak Missisippi steamer waren twee jazz muzikanten. Daarna Fort Henry. Rondleiding door 19de eeuwse soldaat. Althans in 19de eeuws uniform. Men houdt hier van “dressing up”. Daarna diner in “officiersmess”. Loyal Toast to the Queen en to Thomas Newcomen. Volgens de Canadezen dus Queen Victoria.
's Avonds nog even koffie gedronken bij coffee company.

Zondag
om 9 uur vertrokken uit onze hotelsuite, eerst nog even langs bij de sluizen van King's mills. De dag stond in het teken van het Rideau kanaal dat na de oorlog van 1812 tussen de USA en Engeland in fases werd aangelegd. Het heeft 75 sluizen, talloze meren en bij sluizentrappen staan Blockhouses om de sluizen te verdedigen tegen de Amerikanen ( en later Ieren!). De hoofdstop was bij Jones Falls. Stuwdam uit 19 de eeuw met sluizentrap. De buizen naar de elektrische centrale uit 1947 waren van hout. We werden rondgeleid door de smid in zijn kostuum uit de 19de eeuw. Spannende verhalen in het Blockhouse. De lockmaster, die het bewoonde was Iers-katholiek geweest en getrouwd met een protestantse Engelse vrouw. Een onmogelijke combinatie in die tijd. En zo'n baan als lock keeper kreeg je alleen via connecties. De Engelse dames in het gezelschap wisten het wel. Ze was zwanger geworden van de Ier en de familie wilde haar zo ver mogelijk van huis hebben. En ze betaalden voor het baantje. Het was prachtig weer en het was een absolute beauty spot. We hadden lunch in een heel ouderwets resort-hotel. Boeken zijn wat schaars maar overal zijn boeken over spoken op het kanaal te koop.
Daarna Smith's falls met sluizen, het Rideaukanaal museum en de werkplaats waar de sluizen van het hele kanaal waren; 75 sluizen; elk jaar worden 3 paar vervangen. Ten slotte Merickville met Blockhouse museum en ice cream in de hoofdstraat van deze typisch 19de eeuwse plaats.
's Avonds in Ottawa gegeten in visrestaurant met 40 soorten Belgisch bier. We namen toch maar steam whistle. We zaten naast een Belgisch echtpaar uit Wallonië.

Maandag
Per bus naar het museum of Science en industrie. Het ligt in een buitenwijk van Ottawa. Er omheen een park met stoomloc, raket, vuurtoren etc. Het gebouw was een voormalige broodfabriek. Het museum was gesloten, dus we hadden het rijk alleen. Rondleiding met een van de curatoren door de depots: veel locomotieven. De auto's stonden in rekken drie hoog. Een van de eerste pausmobiels stond er ook. In het museum o.a. veel over de eerste Canadese kunstmaan, maar ook alles over de Canadese kano. Lunch tussen twee gigantische stoomloc's. 's Middags lezingen over techniek geschiedenis: van naaimachines en locomotieven tot gender and engineering. Gu ging liever winkelen. Vanavond afscheidsdiner met de Canadezen. Goede sfeer. Aan onze tafel een Canadese militaire ingenieur. Hij kwam uit Edinburg en zijn vrouw uit Liverpool. Ze waren sinds 8 jaar Canadees. Slecht 20000 inwoners van Ottawa kunnen zich beroemen op een stamboom die terug gaat tot het Canada van voor 1900. Ottawa is een mooi stad. Het was 25 graden en vochtig. Het beloofde onweer bleef uit.

Amsterdam – Toronto – Kingston


Vrijdag 9 september 2011:

Vanavond zaten wij om 9 uur nog op het terras van de Pilot House Greek salad with French Fries te eten en Steam Whistle bier te drinken. We zitten in Kingston aan het Ontario Meer. Ooit bedoeld als hoofdstad van Canada. Het beoogde parlementsgebouw is nu gemeentehuis en ligt op 5 minuten lopen hier vandaan. We bewonen een enorme suite in het Mariott hotel aan de voormalige waterfront. De sfeer is heel ontspannen hier: het is een studentenstad: universiteit, militaire academie en een collega. Verder zes gevangenissen en veel pensionado's. De stad met zijn fort en Martello verdedigingstorens staan samen met her Rideaukanaal op de werelderfgoedlijst van de Unesco. Maar dat gaan we morgen allemaal bekijken.

Vandaag hebben we eerste een kerncentrale bezocht; d.w.z. het bezoekerscentrum. We kregen een lezing van een mevrouw over de verschillende types kerncentrales en waarom het Canadese model superieur was aan het Amerikaanse Westinghouse en het Franse Ahlstom model. Verder heel veel over de mooie natuur rond de kerncentrale. Inderdaad buiten het bezoekerscentrum rook de lavendel heerlijk, maar de centrale mochten we niet in. Na 9/11 en de Japanse kernramp laten ze eigenlijk geen bezoekers meer toe. Ze doen wel erg veel aan P.R. Vooral richting hun “buren”. Jaren geleden ben ik in een Schotse kerncentrale overal in geweest. Daarna gingen wij naar Peterborough aan het Trent en Mersey kanaal. Dit is een stelsel van kanalen opgestuwde rivieren en meren dat het Ontario meer moest verbinden met de prairies. Er zijn heel veel sluizen en twee scheepsliften. We bezochten de scheepslift in Peterborough die zo'n 40 meter hoogteverschil overwint. We gingen er met een boot door heen en daarna een tocht over een stukje kanaal. Lunch aan boord en uitleg van een Canadees in kostuum uit 1903. Model voor de scheepslift stonden de scheepsliften in Anderton ( UK) , Saint Omar (Frankrijk) en La Louvière 1 ( België) . Bij terugkomst mochten onder in de scheepslift rond kijken en de monteurs gaven tekst en veel uitleg. De Canadezen zijn soms wat breedsprakig. De oppersluismeester moest om 16 uur thuis zijn omdat hij kijkers kreeg voor zijn huis. Hij had zijn stem geoefend in de tijd dat er nog geen VHF radio was voor communicatie met de schepen. Het kanaal wordt nu alleen gebruikt voor jachten, rondvaartboten en veel kano's. Commercieel was het kanaal nooit een succes. Het wordt nu geëxploiteerd door de Canadese Nationale parken organisatie.

Dat het kanaal geen succes werd kwam door het Welland kanaal dat het Ontariomeer meer verbindt met het 90 meter hoger gelegen Erie meer. Daar waren wij gisteren. Het was somber weer. We gingen eerst naar Thorold naar sluis 7. We werden ontvangen door een heel comité met o.a. Burgemeester, iemand van het streekgeweest, mensen van de Canadese en Amerikaanse canal society en ingenieurs van de kanaalorganisatie. Dit is het vierde Welland canal dat in de loop van twee eeuwen is gegraven. Dit kanaal dateert uit 1932 en maakt nu deel uit van de Saint Lawerence seaway. Ze verzinnen allerlei trucs om steeds grotere schepen door te laten o.a. Door een grotere diepgang toe te laten en alles met laser en GPS te controleren. Interessant was ook een soort hydraulische bolders die het schip in de sluis op hun plaats moeten houden. Toen wij er waren in 1979 werd bij het begin van de sluis een matroos van het schip met behulp van een laadboom op de kade gevierd en hij moest dan het schip met trossen vast leggen. Deze moesten met lieren snel worden gevierd of ingehaald omdat het schip snel zo'n 10 meter daalde of steeg. Volgens het schoolbord in het voormalige sluiswachtershuis, nu bezoekerscentrum, werd een bulkcarrier verwacht voor een schutting. Helaas bleek hij in de voorgaande sluis de kade geramd te hebben, ondanks het hydraulische aanmeersysteem. Verder kon je eigenlijk nauwelijks de sluis op; dankzij 9/11. In 1979 kon je meer zien en doen. Maar het was erg leuk om met de staf en zelfs gepensioneerden van de kanaalorganisatie te praten.
Daarna gingen wij naar een restaurant bij de Niagara watervallen. Helaas regende het en van de Hoseshoe falls ( de Canadese kant) kwam een enorme mist. Gelukkig trok het allemaal af en toe op zodat Gu toch een aantal mooie foto's heeft kunnen maken.
Ons volgende bezoek was aan een waterkrachtcentrale: Adma Beck II van de Ontario Power. WE hadden weer een overenthousiaste gids. Later kwam een van de ingenieurs nog om wat vragen te beantwoorden: dus het liep erg uit. Ook hier weer 9/11 die de tour beperkte. Ten slotte nog het stoommachines van de waterleiding in Hamilton. Grote balansmachines uit de 19 de eeuw. De waterleiding was niet alleen van belang voor hygiëne maar vooral voor de brandbestrijding bij de vele houten huizen. Huizen met een waterleiding waarop de brandweer kon worden aangesloten kregen een lagere premie voor hun brandverzekering. De curator vertelde dat hij de zoon was van en lekenprediker. Dat was te merken. Hij was erg enthousiast en sleepte ons van depot naar depot. Hij verzamelde van alles tot en met de eerste toiletten en koelkasten. We kregen avondeten in het voormalige ketelhuis waar ook een tentoonstelling was van “Lady painters”. Een was van Gloria Kingma. Haar “Lelies” kostte Can $ 450. Ze was er zelf niet.

Woensdag was het programma in Toronto. Eerst het luchtvaartmuseum in een vliegtuigfabriek uit 1929. Daar was o.a. een Lancaster in restauratie. Deze was gebouwd in Canada. Bij een tafeltje stond een bordje “meet the author”. Daar zat Philip Gray. Hij was journalist maar had in de tweede wereldoorlog een Lancaster gevlogen. Toen ik begon over operatie “manna”, de voedseldroppings in april/mei 1945 had ik op de juiste knop gedrukt. Hij toonde een bedankbrief van Prins Bernhard, pamfletten die over Nederland waren uitgestrooid etc. Uiteraard kocht in zijn boek met opdracht. De gemiddelde leeftijd van de bemanning van zijn Lancaster was 21. Dus hij is nu 87.
's Middags gingen wij naar het Rogers Centre, de voormalige Skydome; het eerste overdekte stadion. We zouden vooral uitleg krijgen over de techniek maar we hoorden ook alles over de Toronto Blue Jays ( honkbal) die die avond tegen de Boston Red Sox moesten spelen. De gids, van Lets/Pools/Duits/Engelse afkomst sprak 9 talen, waaronder Nederlands. Naast het Rogers centre is het Toronto Railways Heritage centre. De lokomotievenloods is voor de helft meubelwinkel en voor de andere helft de stoombrouwerij “Steam Whistle”. Er staan twee locomotieven en een aantal wagen Ten slotte nog naar de gerestaureerde stoomveerpont Trillium aan het havenfront. Die was onder stoom omdat er 's avonds een party was. Het houten interieur was eenvoudig. Hij bracht vooral passagiers naar een fun city op het eiland tegenover Toronto. Aan het einde van elke tramlijn was wel een soort pretpark, speeltuin of wat dan ook, om te zorgen dat de tram ook in het weekend passagiers had.

Toronto is een snel groeiende stad; meer dan de helft van de inwoners is geboren buiten Canada. Overal worden hoge kantoren neer gezet. In het mega-hotel veel staff uit Aziatische landen. Onze buschauffeur woonde twintig jaar geleden nog in China. De mevrouw die de catering in het vliegtuigmuseum verzorgde vertelde dat ze een aantal jaren geleden uit Wit-Rusland was vertrokken. Toch zie je in het straatbeeld geen hoofddoekjes of zo.

Op dinsdag kennismaking met onze groep, waarvan ik de helft al kende. Onze ene gids, I am a son of a D-Day veteran who was wounded on D-Day +3, is een gepensioneerde majoor van het Canadese leger. De ander is een gepensioneerde architect en townplanner. Ze hielden dinsdagavond goede inleidingen. Ook veel leuk commentaar onderweg. En ze zijn onbekommerd patriottistisch.

In het begin vallen de lange vrachtauto's je op ( tot 33 meter lengte) en de 16 baans autowegen rond Toronto, maar het begint al weer te wennen. De extreem slappe koffie went nog niet. Verder natuurlijk de hele dag TV over de 9/11 herdenking. Men kijkt hier toch met gemengde gevoelens naar de USA, de “bossy neighbor”, de bazige buurman. De economie van Canada is geïntegreerd met de van de USA, dus als het in de USA niet goed gaat, merken ze dat hier ook.

Canada september 2011




De aanleiding tot deze reis was de summer meeting van The Newcomen Society die in de Canadese provincie Ontario plaats vond: Toronto, Kingston en Ottawa. We vertrokken op 6 september met de KLM van Schiphol naar Toronto. We hebben enige verslagen naar huis gestuurd. Deze verslagen en de Picasa albums zijn nu bij elkaar gebracht in de volgende berichten.

donderdag 3 maart 2011

een reis met contrasten




Het was een reis van contrasten. Het was wel eens onduidelijk wie de grootste attractie was; de Syriers of wij.

Picasa albums Midden-Oosten reis



Amman, Jerash, Damascus en Palmyra:
https://picasaweb.google.com/jur.kingma.uden/AmmanGerasjDamascusEnPalmyria?feat=email#

Jordanie Syrie door de ogen en camera van Gu: https://picasaweb.google.com/jur.kingma.uden/JordanieSyrieDoorDeCameraVanGu?feat=email#

Krak des Chevaliers, Hama, Aleppo: https://picasaweb.google.com/jur.kingma.uden/KrakDesChevaliersHamaAleppo?feat=email#

Baalbeck Petra: https://picasaweb.google.com/jur.kingma.uden/BaalbeckPetra?feat=email#

Gu in Arabie: https://picasaweb.google.com/jur.kingma.uden/GuInArabie?feat=email#

Fotograaf Gu in het Midden-Oosten: https://picasaweb.google.com/jur.kingma.uden/FotograafGuInHetMiddenOosten?feat=email#

Een Romeinse zaagmolen in Jerash (Gerasa)


Tijdens onze rondwandeling door de ruïnestad Jerash, het Romeinse Gerasa in Jordanië, zag ik in de tempel van Artemis een houten reconstructie van een watermolen. Het bijzonder was dat het een zaagmolen was om steen te zagen. Als auteur van twee hoofdstukken in het boek Cornelis Corneliszoon van Uitgeest wist ik meteen dat dit iets bijzonders was. Cornelis heeft in Holland aan het einde van de 16de eeuw een patent gekregen voor de windmolen met krukas voor het zagen hout. (http://www.dehoopuitgeest.nl/corneliszoon.html) Er was bij de tempel een bord met uitleg. In 1927 waren hier bij opgravingen restanten van een watermolen gevonden. Er waren ook stukken steen gevonden met zaagsneden. Zo kwam men tot de reconstructie van deze watermolen. De Romeinse orator en dichter Ausonius had zo’n zaagmolen gezien in de buurt van de Moezel. (http://en.wikipedia.org/wiki/Ausonius). Historici waren heel lang van mening dat de Romeinen in technisch opzicht weinig voorstelden. De oorzaak zou liggen in de beschikbaarheid van goedkope slavenarbeid. Niets blijkt echter minder. De Romeinen waren in staat tot het maken van complexe bouwwerken maar ook ingewikkelde houten machines zoals tredmolenkranen en watermolens. (http://en.wikipedia.org/wiki/Roman_engineering). De meeste watermolens waren om graan te malen. James Pennington heeft een mooi verhaal geschreven over de Romeinse watermolens. Het grootste Romeinse watermolencomplex lag bij Barbegal in de buurt van Arles in Zuid-Frankrijk. Hij schrijft ook over de watermolen in Jerash. Deze werd volgens hem gebouwd tijdens de regering Keizer Justinianus. Hij dateert de bouw ergens tussen 527 en 565 A.D. Na de aardbeving van 749 werd Jerash verlaten en is de watermolen waarschijnlijk ook vernietigd. (http://hellos.com/roman-civ/Roman_power_sources.pdf)
Het bord met uitleg in de tempel van Artemis vermeldt dat het hier om een krukas gaat die bij de Romeinen en Byzantijnen bekend was, maar pas in de 14de eeuw in West-Europa opdook. Nadere inspectie leert dat je hier eerder van een excentriek dan van een krukas zou moeten spreken. Beide oplossingen zijn geschikt om een ronddraaiende beweging in een heen- en weergaande beweging om te zetten.
De replica in Jerash is in 2007 gebouwd door een groep Franse scholieren van het Lycee Professionel Emile Delatoille. (http://www.star.com.jo/main/index.php?option=com_content&view=article&id=10084&catid=30:jordan&Itemid=109)

Duizend en een nacht in de soek in Damascus

 

De Arabische soek is een grote theatervoorstelling. Alle aspecten van het menselijk leven komen aan bod. Ieder mag zijn zijn gedachten projecteren op dit beeld. het beeld doet mij denken aan de verhalen uit de vertellingen van duizend en een nacht.
Posted by Picasa

dinsdag 1 maart 2011

Baalbeck

De Jordan Times.


Maandag 28 februari 2011: De Jordan Times.
Om 4 uur ( 3 uur Nederlandse tijd) werden we gewekt want om 5 uur gingen we met de bus naar het vliegveld. De security en de bureaucratie waren weer uitbundig. Het bakje met o.a. mijn GSM viel van de band. Het toestel lag in vier onderdelen op de vloer. Gelukkig bleek alles nog te werken.
De taxfree had een gigantische voorraad cosmetica. De whisky was iets goedkoper als in Nederland.
In het vliegtuig kreeg ik de Jordan Times. Op de voorpagina uiteraard de toestand in Libië. Verder onlusten in Oman en Tunesië. Maar ook de hervormingsvoorstellen die er toe zouden kunnen leiden dat er gekozen kabinetten komen. Daarom moet er o.a. een nieuwe kieswet komen. De verkeerschaos van zondag zou zijn veroorzaakt door een autorally van de Koninklijke Jordaanse Automobiel club die de verjaardag van de Koning vierde. Er waren heel veel toeschouwers. Het is maar hoe je er naar kijkt.
Tijdens deze vakantie las ik “ The House of Wisdom” van Jonathan Lyons. Dat gaat er over hoe de Arabieren in de 8e tot 10e eeuw de wetenschappelijke kennis van de Grieken, Romeinen, Indiërs, Perzen en Chinezen verzamelden en verder ontwikkelden. Vooral astronomie en kaart maken kwamen tot grote bloei. Het Astrolabium werd een belangrijk instrument. In de 11de eeuw begon monniken voorzichtig vanuit West-Europa deze kennis over te nemen. Zij reisden in het kielzog van de Kruistochten naar de Levant. Vooral Antiochië (het huidige Turkse Antakya) was een centrum van kennisoverdracht. De periode van de Kruistochten vormden niet de meest verheffende bladzijde uit de geschiedenis van de Westerse beschaving. De Kruistochten waren uitgelokt door de verwoesting van de kerk van het Heilig Graf in Jerusalem. Maar Paus Urbanus II gebruikte de externe Islamitische vijand graag om zijn macht en gezag te verstevigen. Veel Kruisvaarders waren slechts uit op eigen gewin. De wreedheden waren spreekwoordelijk.
Verder las ik Jason Goodwin, “Lords of the Horizon”. dat gaat over de geschiedenis van het Ottomanse rijk, dat een groot deel van de Islamitische wereld onder controle kreeg. Zij waren na de Romeinen de eerste die een staand leger onderhielden. Ze ontwikkelden een effectieve bureaucratie ten behoeve van belastingheffing. Het rijk was echter vooral afhankelijk van buit van veroverde landen. Men regeerde op indirecte wijze de veroverde gebieden. Lokale potentaten werden in het zadel gehouden. Andere geloven werd niets in de weggelegd, zolang men maar belasting betaalde. Toen het rijk zijn natuurlijke grenzen had bereikt, de Balkan, delen van het huidige Rusland, de Kaukasus, De Levant , Egypte en de Magreb, trad het verval op. In de zeeslag van Lepanto (1571) werd de maritieme drang naar het westen afgewend door het Habsburgse wereldrijk. Het mislukte beleg van Wenen (1683) markeerde het einde van de opmars naar Centraal Europa. In onze geschiedschrijving is geen aandacht voor er de veel belangrijker verloren veldslagen tegen het Perzische rijk. Vanaf die tijd ging het rijk langzaam desintegreren. Het rijk keerde zich steeds meer naar binnen en was niet geïnteresseerd in technische vernieuwingen. De verschillende delen kregen een steeds grotere zelfstandigheid. In de 18de eeuw nam Rusland grote stukken. In de 19de eeuw werden geleidelijk Griekenland en de Balkan landen zelfstandig. Engeland en Frankrijk koloniseerden belangrijke delen van Noord Afrika en de Levant. Na de tweede wereldoorlog kregen deze landen hun zelfstandigheid. Een aantal koos in de jaren zestig, mede vanwege opportunisme in de Koude Oorlog, voor het Oost-Europese model. Dat droeg niet bij tot maatschappelijke vernieuwing. Veel van die landen maken nu een inhaalslag. Het lijkt nu vooral om de jeugd te gaan. Maar op de achtergrond spelen de sterk verhoogde voedselprijzen. En het feit dat zelfs hoge economische groeicijfers de bevolkingsgroei niet bij kunnen houden. De enorme bevolkingsgroei maakt ook dat er zo veel jeugdwerkeloosheid is. De een spreekt over Arabian Spring, De ander of Muslim Awakening of Arabic Awakening.
We zagen dat de meeste kamelendrijvers smartphones hadden. In de hele woestijn was ontvangstbereik. Overal zie je schotelantennes. Deze combinatie maakt dat de totalitaire staten hun informatiemonopolie kwijt zijn. Veel mensen die we spreken maken duidelijk dat ze alles volgen en dat ze zich ongerust maken, bijvoorbeeld over wat het betekent voor het toerisme. Men doet alles om het idee weg te nemen dat er mogelijk nieuwe Irans komen. Wij voelden ons in ieder geval heel plezierig te midden van al deze gebeurtenissen.

een boerkini in de Dode Zee.


Zondag 27 februari 2011: een boerkini in de Dode Zee.
We vertrokken om 7 uur uit Aqaba. We reden over de autoweg langs de grens met Israël door de Arabische vallei. De Jordaniër kunnen hier pas sinds 1995 komen, toen Israël en Jordanië een vredesverdrag sloten. Er zijn zelfs nog een aantal Israëlische farms. Het grootste deel is niemandsland dat wacht op ontginning. We reden naar de Dode Zee; het laagste gebied ter wereld, zo'n 500 beneden de zeespiegel. De Dode Zee neemt snel in grootte af omdat zowel de Israëliërs als de Jordaniërs veel water gebruiken voor de steden en voor de landbouw. Er zijn plannen om pijpleidingen aan te leggen van de Golf van Aqaba naar de Dode Zee, zodat de Dode Zee op peil kan blijven. Bovendien kan er elektriciteit worden opgewekt door het grote verval. Maar dan moet er eerst vrede in het Midden-Oosten komen. In de buurt van de Dode Zee waren Potas- en mangaanwinningsbedrijven. Verder kwamen we veel boerderijen tegen waar tomaten, aardbeien en komkommers worden gekweekt. Vrachtwagens vol tomaten gingen richting Amman. We stopten enige uren bij een resort aan de Dode Zee. Vlakbij was de zuil van de vrouw van Lot. In de Bijbel staat dat zij in een zoutpilaar veranderde omdat zij omkeek naar Sodom en Gomorra, dat door God met vuur werd gestraft voor haar zonden. Dus vlakbij deze poel des verderfs kregen wij de kans om in de zoute Dode Zee te drijven. Ik werd door Gu en twee vrouwen in positie gehouden. Dat ik door drie vrouwen drijvende wordt gehouden zal niet veel vaker voor komen. Er waren mensen die zich lieten fotograferen terwijl ze op hun rug in zee een boek lazen. We zagen ook een jonge Jordaanse vrouw in “full dress” die pootje baadde in de Dode Zee. Haar man of verloofde rolde ook zijn broekspijpen van zijn spijkerbroek op. Als contrast met dit Victoriaanse tafereel fungeerden al die witte lijven van de toeristen. En sommigen hadden zich ingesmeerd met geneeskrachtige modder. Dat maakte het verschil nog groter. Het is steeds moeilijk voor ons te begrijpen dat de vrouwen deze bedekkende kleding dragen. Maar zoals ik van mijn kinderen leerde: kleding is een statement. Ik heb deze twee weken zo veel van die vrouwen in dit soort kleding gezien, dat ik niet geloof dat het afgedwongen is. Het is een manier om iets uit te drukken. Misschien moeten we het zien als de reformatie in Nederland in de 16de en 17de eeuw. Het Protestantse geloof was een manier om de afkeer van de Spanjaarden vorm te geven. Verder is het een manier van groepsbinding. Op weg naar Amman kwamen wij langs Duitse kuuroorden en langs de plaats waar Johannes Jezus gedoopt zou hebben. Kortom de Bijbel en de Koran zijn overal. Aan de Dode Ze was het zonnig en zo'n 25 graden. Amman ligt ruin 2000 meter hoger: het was er 15 graden en het waaide. De winterkleren kwamen weer uit de koffer. In Amman was een verkeerschaos vanwege een grote Pro-Koning Abdullah demonstratie. Op de BBC was weer veel over Libië. De Arabische lente is daar nog niet gekomen.

elke kamelendrijver heeft een smartphone.


Zaterdag 26 februari 2011: elke kamelendrijver heeft een smartphone.
Om 8 uur konden de liefhebbers nog een kamelentour maken. Gu kreeg de hoogste kameel en als een echte Lawrencie of Arabië trok ze de woestijn in. Twee andere schrokken zo van het ruwe omhoog komen van de kameel, dat ze subiet stopten met de tour. Iets verder was een trainingsracebaan voor kamelen. Ook een belangrijke sport in Arabië. We vertrokken om 09.30 en we waren om 11 uur in Aqaba. In het Golden Tulip hotel stortten wij ons onder de douche, want er was geen kam meer door het haar te halen. Daarna hadden we een boottocht over de Golf van Aqaba. Het was 25 graden en het water 22 graden. Gu heeft gesnorkeld op het koraalrif. Een mooi koraal met prachtige vissen. Ik heb vooral boten gefotografeerd en ook dames die in Burka (of Boerkini?) de zee in gingen. We hadden lunch en bier aan boord. Het was prachtig zonnig en windstil weer. Aan de andere kant zagen we de Israëlische havenstad Eilat. En de kust van Egypte. Maar die kant uit was het nog al heiig. Er waren slecht tien deelnemers en de sfeer was heel ontspannen. We hebben geen dolfijnen gezien. Mogelijk in de verte zeeschildpadden. We konden het wel zonder doen. 's Avonds hebben wij heerlijk vis gegeten. Toen we vertrokken was het “Taxi sir? “ Er stonden drie kamelen klaar!

tent 13 in Wadi Rum.


Vrijdag 25 februari 2011: tent 13 in Wadi Rum.
Vrijdagmorgen mochten wij uitslapen. We vertrokken om 10 uur uit Petra. We maakten nog een fotostop bij een prachtig uitzichtpunt over het canyongebied van Petra en we zagen de kloof van uit de lucht. We vervolgden de Koningsweg tot we weer op de Desert highway kwamen, de hoofdweg van Aqaba naar Amman; sommige delen van de weg kunnen worden gebruikt als militair vliegveld.
We hadden nog een koffiestop bij een woestijn bazaar waar voor het Limburgse carnaval een Niqaab werd aangeschaft. Van Ahmed hadden we uitleg gehad over de geruite hoofddoek, de shamagh. Deze rode ruiten doek was voor de Arabieren in het Arabische Legioen van de Engelsen en werd gedrukt in Lancaster. Later kwamen er allerlei andere kleuren, maar die hadden geen betekenis. De bekende Palestijnen sjaal met zwarte ruit was vooral een westerse symbool. In de bazaar werden hoofddoeken aangeschaft voor de woestijn. We reden naar Wadi Rum, een groot woestijngebied dat nu een soort nationaal park is. We logeerden in een tentenkamp dat bestond uit Bedoeïententen. Deze zijn gemaakt van geitenhaar. De bedden waren van hout. 's Middags gingen we met Toyata en Nisan pick-op truck de woestijn in. Er waren bankjes in de laadbakken. Ik mocht voorin zitten naast de chauffeur. Dat was aanvankelijk geen pretje want deze jonge Jordaniër had meer aandacht voor zijn smartphone. Hij belde voortdurend en zat steeds Arabische popzenders op te zoeken. Hij dacht waarschijnlijk dat de 4WD net als een kameel zelf zijn weg zocht. Het was geen pretje voor de passagiers in de laadbak. We pauzeerden bij een tent in de woestijn waar van alles te koop was. Gu kocht ook een shamagh die werd omgeknoopt door Ahmed. Na een pauze heb ik onze gids gevraagd om de chauffeur toe te spreken. Dat hielp. De woestijn was zeer interessant; er bloeide van alles. Er zijn veel zandsteen formaties. Het leek op de nationale parken in Utah in de USA. We hadden ook nog een stofstorm. Toen was de voorligger snel uit het zicht. Er werd op een vuurtje nog thee gezet om te genieten van de zonsondergang in de woestijn. De zonondergang was door het vele stof wat grijs. 's Avonds hadden we een Bedoeinenmaaltijd. Ze hebben een soort vat in de grond. Daarin stoken ze hout tot het gloeiende houtskool is. Dan plaatsen ze daarin verschillende schalen boven elkaar met kip, lam en aardappelen en laten dit gedurende enige uren smoren. Er ligt een groot gietijzeren deksel over. Als de maaltijd gaar is, wordt er water om het vat gesprenkeld om te zorgen dat er geen stof op het maal komt. Het smaakte prima. We gingen met Linze de woestijn in om naar de sterren te kijken , maar het vele stof en toch ook de lichtvervuiling maakte dat het wat tegen viel. Daarna was er in het kamp een Arabische luitspeler bij het kampvuur. Er was echter ook een groep Jordaanse meisjes uit een weeshuis. Ze hadden een paar dagen vakantie en ze waren er met hun begeleidsters. Die hadden meer zin muziek van de Arabische Frans Bauer. Ze gingen steeds dansen en wij moesten mee doen. Vooral Gu heeft zich geweerd. Deze meisjes zijn vaak niet echt wees maar komen uitgebroken gezinnen of zijn van ongehuwde moeders. De staat betaalt hun opvoeding en opleiding. Velen worden politieagent of gaan in het leger. Toen zij om 21.30 vertrokken naar Aqaba, kreeg de Arabische luitspeler toch nog zijn kans. Zijn muziek leek een beetje op de Portugese Fado. De nacht was heel koud in onze tent. Ondanks de extra laagjes. De nacht was daardoor kort, maar wel een ervaring.

Petra, een van de zeven wereldwonderen.


Donderdag 24 februari 2011: Petra, een van de zeven wereldwonderen.
Aan het begin van de 19de eeuw ontdekte Ibrahim Burckhardt de verloren stad Petra. Hij was een jonge Zwitser die in dienst was van de Engelsen om ontdekkingsreizen te doen. Hij bekeerde zich tot de Islam en reisde uitvoerig door het Midden-Oosten en Afrika. In 1812 reisde hij van Damascus via Jerash en Amman naar Caïro. Hij wist de Bedoeïnen over te halen hem een verloren stad te laten zien. Hoewel ze hem niet vertrouwden toonden ze hem kort de verloren stad, die hij als het verdwenen Petra herkende. Enige jaren later vond hij de tempel van Ramses II in Abu Simbel. Hij bezocht ook Mekka en Medina. De woestijn kende talloze verlaten steden; ingestort door aardbevingen, verwoest door oorlogen, verarmd door economische veranderingen zoals het verleggen van de karavaanroute. De verloren steden verdwenen geleidelijk onder het zand. In bruikbare delen woonden de Bedoeïnen. Vaak werden de verloren steden ook gebruikt als bron van bouwmaterialen. De verloren steden hebben altijd tot de verbeelding van de westerling gesproken, Van de Engelse schilder David Roberts die hier in 1846 een prachtige serie etsen en schilderijen maakte tot de film over Indiana Jones die hier werd opgenomen. Schilderijen van Roberts zagen wij in januari in Brussel op de tentoonstelling “Oriëntalisme” .
Petra is gesticht door de Nabateeërs. Dit volk kwam uit Zuid Arabië en trok in de richting van de Middellandse zee. Ze verdreven de Edomieten die ook bekend zijn uit de Bijbel. Als woestijnvolk ontwikkelden ze zich tot karavaanorganisatoren die o.a een zuidelijke tak van de zijderoute ontwikkelden. Petra was dus een karavaanserail. Ze ontwikkelden geen eigen architectuur, maar namen elementen over van de Grieken, de Assyrieers, de Egyptenaren en de Romeinen. In de grote kloof waarin Petra ligt, zijn nog talloze gebouwen van hun hoofdstad te zien. Ze zijn uitgehouwen in de zandsteen rotsen. De “Schatkamer” is het bekendste en mooiste gebouw dat je als eerste ziet als je de kloof uit komt. De functie is onduidelijk: Graftombe, Heiligdom? Bibliotheek? We zagen Koningsgraven en een uitgehouwen Byzantijnse kerk. Toen Herodes het gebied voor de Romeinen veroverde, werd ook een Romeinse stad aangelegd met tempel en Cardo maximus (Hoofdstraat). Ook daarvan was nog veel te zien. Gu heeft nog 800 treden geklommen naar een klooster of heilig dom. Er was nog hoger een prachtig uitzicht over het berg- en canyongebied. Ik bleef op het terras van het uitzicht beneden genieten. Het was prachtig zonnig weer. Het licht in de kloof veranderde voortdurend. Het was een feest voor het oog. Het aantal verkopers en verkoopsters was enorm. Men was wel erg aanhoudend maar niet zo opdringerig als in Egypte, Ook kleine kinderen liepen te leuren met ansichtkaarten; alles 1 dinar. Uiteraard lieten vele dames zich verleiden door de schattige gezichtjes. Misschien deze levensschool is beter als een MBA opleiding, maar ze ontdoken wel de leerplicht in Jordanie. Verder waren er veel paarden-, kamelen- en ezeldrijvers. “Come on my Lamborghini donkey”. Vooral omdat het een paar kilometer lopen was, met veel vals plat. Gu heeft een rit op een vurige Arabische hengst gemaakt. De toegangsprijs was ruim 50 euro. ‘Dat is in een jaar tijd bijna 50% omhoog gegaan. Mensen die niet in Petra logeren, dagtochten uit Israël, betalen straks 95 euro toegang. Veel gaat naar de lokale economie. Met heeft nu een aantal nette toiletgebouwtjes gemaakt. Er lopen overal mannen te vegen; ik denk dat iedereen zijn eigen vierkante meter heeft. Het is wel een gebied dat relatief veel toeristen trekt. We zagen o.a. een bordje op een bus “Bible tours”. Geschiedenis en archeologie zijn hier niet waardenvrij. Joden, Arabieren en fundamentalistische Christenen gebruiken archeologie om hun argumenten kracht bij te zetten. Dan maakt het soms ingewikkeld, maar altijd interessant.

De Koningsweg langs het Beloofde Land.


Woensdag 23 februari 2011: De Koningsweg langs het Beloofde Land.
Om 07.30 vertrek uit Amman. Het zuiden van de stad heeft vele voorbeelden van moderne architectuur. Onze gids Ahmed begon zijn verhaal in de bus met een verhaal over politiek. Een onderwerp wat gidsen altijd vermijden. Maar hij vond, net als veel van zijn landgenoten, Khadaffi net Hitler, want hij moorrdde zijn eigen landgenoten uit. Hij werd er emotioneel onder. We gingen eerst naar de berg Nebo waar Mozes het Beloofde Land gezien zou hebben. We zagen in de verte o.a de rivier de Jordaan en de stad Jericho. Het was te heiig om Jeruzalem te zien. Het gebied van de berg Nebo is in handen van de Paters Franciscanen die er een bedevaartsoord van hebben gemaakt. Daarna naar de stad Madaba waar een Grieks-Orthodoxe kerk uit de 6de eeuw was met een mozaïek met een kaart van het Heilige Land uit de 6de eeuw. Het was de kerk van de Heilige Gregorius.
Verder langs de Koningsweg; een oude Karavaanroute van Aqaba naar Amman die reeds in de Bijbel wordt genoemd. Onderweg gestopt in een Christelijk dorp, waar we drank insloegen. In Jordanië is het kopen van alcohol een ingewikkelde zaak. In de Beka vallei, bij de fundamentalistische Hezbollah, kocht ik Xsara wijn/. Die wordt daar gemaakt en is van goede kwaliteit. Toen ik in ons hotel in Syrië om alcohol vroeg, schetste men aan de balie de route naar een winkel: bij het Postkantoor eerst links en dan rechts, Daar verkopen ze “Booze”. Toen we daar waren zagen we niets. Achteraf begreep ik dat men het daar onder de toonbank verkocht; waarschijnlijk net als porno. En gisteren in de Christelijk wijk van Damascus zagen we een slijter met Wodka etc in de etalage! Vlakbij was een computer winkel die reclame maakte voor YouTube en Facebook. Dat mag sinds twee weken! Twee zondes bij elkaar.
Terug naar de Koningsweg. We gingen naar een prachtige Canyon, Wadi Mujib, om te picknicken. Het was prachtig zonnig en helder weer. De volgende stop was een kruisvaarders kasteel Shobak dat Godfried van Bouillon had gebouwd. De meeste gasten vonden het te fris om naar er boven te klimmen. In de woestijn kreeg ik een SMS van Vibeke dat Fik Meijer, onze reisgids in Libië, nu als deskundoloog over dat land op de TV was. Hij is classicus!
Onze laatste stop was Little Petra. Daar is een stadje in de kalksteen uitgehouwen. We genoten er van de zonsondergang. Het Hidab hotel in Petra was wat spaarzaam.

All over de Middle-East a clear and sunny day


Dinsdag 22 februari 2011: All over de Middle-East a clear and sunny day
We volgen Libië via BBC news etc. Ze hebben ook het weerbericht voor de hele wereld. En het was vanmorgen een prachtige dag. We mochten uitslapen tot 07,30. Ik stond in de lift met mensen uit Bahrein. Ze waren verbaasd hoe de hele Arabische wereld plotseling in brand lijkt te staan. We gingen naar de soek en de grote Ummajaden moskee. Gu moest een grijze djellaba aan. De Moskee is een gigantisch complex. Oorspronkelijk een Christelijke kerk die later enorm is uitgebreid. Het is een schitterend complex. Er is ook een Sjiitisch heiligdom waar Hoessein de kleinzoon van de Profeet is begraven. Pelgrims uit de Sjiitische wereld van Iran, Irak en Pakistan bezoeken deze bedevaartsplaats. Sjiieten zijn erg uiterlijk in hun geloofsbeleving. Zelfs de deuren van het heiligdom werden gezoend. In de grote , Soennitische, moskee zaten Sjiitische prekers gruwelverhalen te vertellen over de dood van Hoessein door de moordenaarshanden van die lage Soennieten. De gelovigen waren in tranen. Sommigen sloegen zichzelf. Maar ze filmden zich zelf en de prediker. Dus wij deden het ook maar. Een leuk Iraans meisje van een jaar of zeven wilde met ons op de foto. Haar in modieus zwart geklede moeder fotografeerde met haar smartphone haar tussen ons in. Het was toch wel een heel aparte sfeer met her en der in die enorme moskee van die luid reciterende mystieke boetepredikers.
We maakten daarna een wandeling door de Christelijke wijk waar Saulus zich tot Paulus bekeerde. Er waren mooie kerken waaronder een heel oude in een kelder. We besloten ons bezoek aan Damascus in een restaurant dat was gevestigd op de overkapte binnenplaats van een voormalig Joods paleis.
Het passeren van de grens duurde anderhalf uur. Al onze koffers moesten worden gescand! We namen afscheid van onze gids Mustafa, die nog een ontroerende toespraak hield over zijn land en dat wij terug naar Nederland moesten als ambassadeurs van de Arabische cultuur. We kregen als herinnering een boekenlegger met de tekst van Paulus over de liefde, uit de brief aan de Corinthiërs.
“De liefde is geduldig en vol goedheid. De liefde kent geen afgunst, geen ijdel vertoon en geen zelfgenoegzaamheid. Ze is niet grof en niet zelfzuchtig, ze laat zich niet boos maken en reken het kwaad niet aan. ze verheugt zich niet over het onrecht maar vindt vreugde in de waarheid. Alles verdraagt ze, alles gelooft ze, alles hoopt ze, in alles verhardt ze. Alles vergaat en verdwijnt, maar de liefde niet, die blijft.” Om 20.30 waren we in ons hotel in Amman. Morgen om 07.30 uur op voor vertrek naar Petra.

Enjoy Beiroet


Maandag 21 februari 2011: Enjoy Beiroet
We hebben een mooie dag gehad in Libanon. Vertrek om 6 uur. Twee uur paperassen etc aan de grens. Dan een andere wereld. Op winkels borden met opschriften als boulanger, patisserie en tailleur. Libanon was na de eerste wereld oorlog een Frans Mandaat gebied. De bevolking was 60% Christelijk ( Ammonieten, Grieks-Orthodoxen) en 40% Moslim. Door de komst van grote contigenten Palestijnse vluchtelingen veranderde het machtsevenwicht tussen Christenen en Moslims en brak de burgeroorlog uit.
We waren in Baalbeck in de Beka vallei. Overal Hezbollah vlaggen. Hezobollah, de partij van God, vertegenwoordigt de Sjiieten. Ze wordt gesteund door Iran en Syrië. Langs de weg waren portretten van de Iraanse Khamenei en Ahmajinedad. In de burgeroorlog (1975-2000) werden hier drugs geteeld (voor de oudere jongeren: de befaamde Rode Libanon van Koos Zwart van de Vara). Nu wordt er wijn gemaakt. De Bekavallei ligt tussen twee bergketens: De Libanon en de Antilibanon. Het was er winderig en erg koud.
Baalbeck is een prachtig Romeins ruïne complex met een grote Venus tempel en een Bachus tempel. De Jupiter tempel was de grootste tempel ter wereld. Begonnen als een Baál tempel. Het werd gebouwd met zuilen van graniet uit Aswan uit Egypte. Het geheel is uitgegraven op kosten van Keizer Wilhelm II van Duitsland. Mohammed, de Libanese gids, vertelde voortdurend Libanese moppen. En er waren volgens hem geen religieuze problemen, maar alleen politieke problemen. Want we hielden allemaal van dezelfde God. In het restaurant hing nog het portret van een martelaar. Volgens onze Nederlandse reisleider Linze waren de meeste portretten van martelaren de laatste tijd weggehaald, omdat het niet meer nodig was”. Ook de meeste billboards van Khomeini etc zijn verdwenen. We zagen wel reclameborden voor Zwan ingeblikt vlees etc.
Later reden we door de bergen van het Libanon gebergte naar Beiroet. Op sommige plaatsen waren ski-ressorts!
Beiroet is prachtig herbouwd na de burgeroorlog.
Op de boulevard overal schuttersputjes met soldaten. Het oudere deel van de stad doet aan Nice denken. We bezochten de schitterende Hariri moskee en de gedenkplaats van Hariri. Hariri was de Soennitische premier die een eind maakte aan de burgeroorlog. Hij werd in 2005 vermoord bij een bomaanslag. De datum werd her en der in de stad met grote billboards herdacht. De gedenkplaats was een grote tent met veel bloemen en portretten en veel soldaten met automatische geweren. In Leidschendam is het Hariri tribunaal gaande. Er gaan geruchten dat Hezbollah achter de moordaanslag zat omdat Hariri bezig was met een vredesverdrag met Israël.
We dronken koffie op het Place de 'l Etoile. Gezellig met af en toe een paar mannen in camouflagepak met automatisch geweer die langs liepen. Het was in het gebied waar ook het parlement lag. In de Grieks-Orthoxe kerk zaten nog overal de kogelgaten van de moord op de bisschop tijdens de burgeroorlog.
Mensen op straat riepen naar ons " Enjoy Libanon" , want zoveel Europeanen komen er nog niet. We aten in een Libanese “truckstop”. Laten we het maar een aparte ervaring noemen. Er waren overigens geen culinaire alternatieven.
De terugweg vroeg weer veel tijd bij de grens. Om 23 uur waren we in het hotel.

Een menukaart in Damascus


Zondag 20 februari 2011: Een menukaart in Damascus
Vanmorgen in de regen uit Aleppo vertrokken. Vrijwel de hele dag regen. We brachten een bezoek aan Malaoula. Dat is een Grieks-orthodox dorp met een heel oude kerk. Oorspronkelijk een tempel, maar vanaf de derde eeuw een kerk. In het dorp wordt nog Aramees gesproken; de taal waarin Jezus preekte. Een Syrische gids bad in het Aramees het Onze Vader. Een van ons gezelschap zong het Pater Noster, het Onze Vader in het Latijn. Zo’n 20% van de bevolking van Syrië is Christelijk. In Damascus werd het droog. Gu en ik gingen niet mee naar diner met buikdans. Eerst bezochten wij het voormalige station, waar we een rondleiding kregen van een zeer enthousiaste Syriër. In de straat van de boekhandelaren waren alleen Korans te koop. Ze hadden prachtige zilveren cassettes en lezenaars voor Korans. In deze wijk zijn veel hotels voor Sjiitische pelgrims. Daarna hadden wij een intiem diner bij Abu Karim, al 60 jaar een begrip in Damascus. Veel sloffende obers, die discreet meldden dat de prijen exclusief bediening waren. Op de menukaart stonden o.a. cacktail, chess cake, tour nedos en cato brian. En geen alcohol.

Simon de Pilaarheilige en de soek

Zaterdag 19 februari 2011: Simon de Pilaarheilige en de soek
Vanmorgen mochten we een half uur later op. We reden 45 km door een desolaat kalksteen landschap naar de ruïne van de kerk van Simon de Pilaarheilige, mijn favoriete heilige. We waren een paar kilometer van de Turkse grens. Het was helder met een frisse harde wind. Simon was een anorectische jongeman, die in de 4de eeuw op 18 jarige leeftijd uit het klooster was gezet omdat hij te extreem was in zijn geloofsuitingen. Maar de eenvoudige gelovigen kwamen in drommen naar hem toe om te luisteren naar zijn preken en vanwege zijn vermogen wonderen te verrichten. Uit zelfbescherming ging hij op een pilaar wonen. Later werd op deze plek een van de grootste kerken van het Christendom gebouwd. In de 7de eeuw werd de kerk 4x door een aardbeving verwoest. Hij is weer opgebouwd, maar na de verovering door de Moslims, trokken de gelovigen geleidelijk naar het Byzantijnse rijk.
Daarna gingen wij naar de citadel van Aleppo. Hoewel deze plek al lang als vesting in gebruik is, dateert de huidige vesting uit de 13de eeuw. Het is een indrukwekkend complex. Binnen is een prachtige troonzaal van de sultan. Op het twaalfde uur werd de zon verduisterd en leek het of er een dichte mist kwam. Het was een zand- of stofstorm. Vanavond klaarde het op. Er was en flinke laag stof op de auto's. In de citadel waren de rollen omgekeerd. Syrische jongeren en vrouwen wilden met ons op de foto op hun smartphone! De sfeer was gemoedelijk.
's Middags stond een bezoek aan de soek op het programma. De soek doet altijd denken aan de afbeeldingen die Anton Pieck maakte voor de Sprookjes uit Duizend en een Nacht. Er is een aparte sfeer met alle basiszaken die bij het koopmanschap horen zoals aandacht trekken, vleien, pochen, op je gemoed werken ( er is nog geen toerist geweest vandaag), liegen ( u krijgt korting omdat u mijn eerste klant bent vandaag) etc. We waren de enige buitenlanders. Zodra bekend werd dat we Nederlanders waren werd ons gewezen op een portret van Koningin Beatrix. Er werden bordjes opgehangen met “Goedkoper als de Hema” en “Dit is een mooi cadeau voor uw schoonmoeder”. Voor de Duitsers had hij vergelijkbare bordjes met de Aldi en de Schwiegermutter. Het cadeau voor de schoonmoeder was een versierde dolk. Er is van alles te koop maar boeiend zijn de kruidenwinkels en de stoffenwinkels. Er lopen mannen met handkaren met koopwaren. Er zijn sjouwermannen. Gu ging als een afgeladen VOC schip naar de bus. Gu had met twee anderen nog een privé bezoek aan de Armeense kathedraal en aan de Grieks-Byzantijnse kerk. Vanavond weer restaurant Cantara met bier en wijn. Al Jazeera is uitvoerig met de situatie in Libië. Wij waren twee en een half jaar geleden in Benghazi.

zondag 20 februari 2011

Kruisvaarders en waterwielen


Vrijdag 18 februari 2011: Kruisvaarders en waterwielen
Zoals elke dag gewekt om 7 uur. Koffers voor de deur om 7.45. Daarna ontbijt; was erg karig met Nescafé en de bekende Arabische pannenkoeken. Het nieuws bracht o.a. demonstraties in Jemen Bahrein en het feit dat Khadaffi had meegedaan aan een tegendemonstratie. Eerste stop was de enorme Necopolis bij Palmyra. Eerst bezochten wij een graftoren en vervolgens een grafkelder met een fraaie wandschildering die de strijd om Troje uitbeeldde. Er stonden nu wel zes bussen. Dat komt omdat deze plekken maar een uur of twee er dag open zijn. En de meeste toeristen willen Palmyra zien bij zonsopgang. En de tapijtverkopers op brommers waren ons gevolgd en ook allerlei anderen hadden hun winkeltjes op straat geopend.
Daarna volgde een lange rit door de woestijn. Hoe dichter we bij de Middellandse zee kwamen hoe groener het werd. Mustafa vertelde hoe men in Syrië de Egyptische revolutie bezag. Ze waren verbaasd hoe objectief CNN was. Ze lieten zelfs zien dat Obama en Hillary Clinton geen antwoord hadden op de vraag waarom ze zo'n dictator als Mubarak hadden gesteund. Ze houden vooral van Al Jazeerha omdat het kritisch is tegen over de Amerikanen. Al Arabia vinden ze te pro-Amerikaans. Diep in hun hart zijn veel Syriërs pro-Amerika maar durven er niet voor uit te komen. De strijd in Bahrein zag hij vooral als een strijd van de Sjiieten tegen de Soennieten. Mustafa is Soenniet. Na bijna drie uur rijden waren we in Homs, de tweede stad van Syrië. Nu een echte industriestad met een olieraffinaderij, een cementfabriek etc. We reden door tot de Libanese grens. Daar begon een weg vol haarspeldbochten naar het Krak de Chevaliers. Het is het grootste Kruisvaarders kasteel van het Midden-Oosten. Oorspronkelijk gebouwd als een Koerdische burcht, was het ingenomen door de kruisvaarders en door de Tempeliers uitgebouwd tot een enorm verdedigingscomplex. Na enige eeuwen viel het door een list in handen van de Arabieren. Het is een van de grootste overgebleven kastelen in de wereld. Na een lunch met “kippen en frietjes” in een restaurant dat werd gedreven door een Syriër die een soort Arabische kopie van Paul de Leeuw was, hebben we uren door het kasteel gelopen. Het was veel klimmen op moeilijke trappen. Vanwege mijn wandelstok kwamen er steeds lieden op mij af die me omhoog wilden slepen. Weer de padvinder en het oude dametje, want zo zou ik van de wal in het schip komen. Het uitzicht was prachtig, maar te heiig om de Middellandse zee te zien. Wel zagen we in de verte het St.Jorisklooster ( George, Jur!). Op een berg hadden de Syrische Christenen naast een moskee een groot Mariabeeld gezet. We spraken met een groep studenten; Het waren Syrische Armeniërs. Toen een van ons het woord genocide liet vallen, begonnen twee meisjes te juichen: “Ze weten het, ze weten het”. Ook de weg naar beneden vereiste stalen zenuwen van de chauffeur van onze Chinese bus, want van bermbeveiliging heeft men hier nog nooit gehoord.
We reden naar Hama, de vierde stad van Syrië. We gingen naar het centrum waar een aantal Noria's zijn; enorme houten schepraderen die worden aangedreven door de rivier en die tegelijk water opscheppen om het uit te storten in aquaducten die naar de bevloeide akkers gaan. Er waren 200 waterwielen in Hama; er zijn er nog 23. De Noria’s zijn Romeinse uitvindingen die in de Arabische wereld behouden zijn gebleven. Aan de rivier was de pantoffelparade van de vrijdagavond. Heel gezellig al die families met hun kinderen. Veel dames in het zwart. Mannen met allerlei attracties op de fiets: koffie, dadeldrank, ijs, ballonnen. Verder zagen we schoenpoetsers, kermisattracties in het park, kamelen om een ritje op te maken voor de kinderen. Men wilde best gefotografeerd worden. In de schermer klonken plotseling van alle kanten de luidsprekers met de Muezzin om op te roepen tot gebed. Een heel aparte sfeer. Om 19.30 uur kwamen in onze luxe hotel in het hart van Aleppo aan. 's Avonds hadden wij een diner in een Arabisch restaurant Cantara in een groot oud koopmanshuis. Lekker en sfeervol.

donderdag 17 februari 2011

De palmenstad aan de zijderoute


Donderdag 17 februari 2011. De palmenstad aan de zijderoute.
Gisterenavond geen Arabische muziek. Wel een lange wandeling naar een van de betere restaurants. We kwamen door de straat van de boekhandelaren. Ik zag dat ze vooral in Korans en religieuze teksten handelden. Toch volgende week eens nader bekijken. Het nieuws via internet gaf demonstraties en ongeregeldheden in Bahrein, Iran en vooral Libië. Dat van Libië is opmerkelijk omdat het in Benghazi is, de stad waar het Kolonel Khadaffi museum is. Toen wij in oktober 2008 in Libië waren, hadden wij niet gedacht dat hier ooit een opstand zou uitbreken; zo'n politiestaat met zulke grote gevangenissen. Volgens onze Jordaanse gids kijkt de hele Arabische wereld naar Egypte omdat ze dat als de poort naar de Arabische cultuur beschouwen.
Vanmorgen vertrokken we met een Syrische bus door de eindeloze buitenwijken van Damascus. Syrië was lang een communistisch/socialistische staat, waar de Baa'th partij de alleenheerschappij had. Er waren ook nog wijken met de bekende standaard Oostblok flats. Na de Perestroika van Gorbatsjov werd de economie in fases geliberaliseerd. Shell is nu in dit land bezig met oliewinning. We zagen in de verste buitenwijken talloze moderne fabrieken. Er worden nu zelfs ( Iraanse) auto's geassembleerd. Qatar is nu een van de grootste investeerders in Syrië. De Emir van Qatar laat bij Palmyra een groot paleis bouwen voor de jacht op de Syrische adelaar. Dat is een exclusieve sport onder de rijken van de Golfstaten; met valken op jacht naar de adelaar. Hiermee schijnen enorme bedragen gemoeid te zijn.

Na ongeveer een half uur kwamen wij in de steppe woestijn. Halverwege hadden wij een koffiestop in café Bagdad. Dat is genoemd naar een Amerikaanse film die in de woestijn van de USA speelt. Maar de naam doe het goed aan de weg van Damascus naar Iraq. In het café lag iemand naar Vitesse-PSV te kijken. Buiten stonden en paar busjes van de UN. Het waren Filipijnse peace-keepers van de Golan Hoogte die een paar dagen vrijaf hadden. Ze vermaakten zich uitstekend. In de bus vertelde Ahmed ons alles over verschillen tussen Sjiieten en Soennieten en welke sekten daar weer bij horen zoals de Wahabieten en Druzzen.
Later hadden wij een fotostop waar op de verkeersborden de afslag naar Bagdad stond. Maar het was ook bij een spoorwegovergang. Daar kwam net een van de twee treinen langs die daar in de week passeren. Een trein op weg naar de fosfaatmijn verder in de woestijn. Verder was de woestijn zanderig met af en toe een Bedoeïentent. Maar Syrië dwingt de Bedoeïenen hun zwervend bestaan op te geven.

Palmyra, de palmenstad, ligt bij een oase op een kruispunt van Karavaanroutes. De zuidelijke tak van de Zijderroute kwam hier langs. In de stad, die semi-onafhankelijk was, werden alle goederen belast. Toen Koningin Zenobia de macht probeerde te grijpen in het Romeinse rijk, greep de keizer in en werd Palmyra onderdeel van het rijk. Om het opkomende Christendom af te troeven werden in Palmyra grote tempels gebouwd. De Grote Ba'al tempel werd omgebouwd tot Zeus tempel. Omdat de karavaanroutes werden verlegd, boette de stad aan belang in. In het midden van de 18de eeuw verwoestte een aardbeving een groot deel van de stad. Bedoeïenen bouwden huisjes tussen de ruïnes die steeds verder onder het woestijn zand kwamen. Maar de stad had toen al een magische klank en de architectuur was o.a. inspiratie voor verschillende Engelse landhuizen. In de loop van de tijd kwamen schatgravers en archeologen langs. Verschillende belangrijke stukken zijn nu te bewonderen in de musea van St.Petersburg en Berlijn. Vanaf 1930 werden de Bedoeïenen uitgekocht zodat het hele gebied van zo'n 40 hectare geleidelijk onderzocht kan worden. Er lopen nu nog gewoon wegen dwars doorheen. Voor onze rondleiding gingen wij eerst naar een pannenkoekenrestaurant in de stad. We begonnen de rondleiding in de Zeus/Ba’al tempel. In het heilige der heilige had het gouden kalf gestaan. Het was een zeer groot complex. In het theater werd de akoestiek getest door het Bronsgroene eikenhout te zingen. Daarna gingen wij naar de tetrapylon; dat zijn 4x4 zuilen die op het kruispunt van de hoofdstraten stonden. Daarna liepen we door de Cardo Maximus, de hoofdstraat waar de winkels en openbare gebouwen waren, terug naar de tempel. Met de bus gingen we naar de Citadel, een vluchtburcht tegen de komst van de Ottomanen. Het uitzicht op de heuvel bij de burcht bij de zonsondergang was prachtig. We werden achtervolgd door alle handelaartjes op brommers. Er is hier zeker geen massatoerisme zodat de enkele reiziger belaagd wordt door verkopers en verkopertjes. Een aantal spullen lijkt toch wel uit Taiwan, China of Thailand afkomstig. De invloed van de zijderoute blijft blijkbaar lang nawerken.

woensdag 16 februari 2011

Duizend en een nacht in een oude Ski-hut


Woensdag 16 februari 2011
We vertrokken om 08.30 uit Amman. Grote files de stad in. Het had wat geregend. Volgens de gids was in het zuiden een zand- of stofstorm geweest. De grens tussen Jordanië en Syrië kostte enige uren en allerlei ingewikkelde procedures. De andere kant op was een constante stroom van personenauto's met de achterklep geopend vanwege de vele koopwaar. Ook het dak was vaak volgestouwd. We kregen een nieuwe gids, Mustafa, die een aantal jaren in Nederland had gewoond. Hij spreekt erg goed Nederlands. Syrië maakt een veel rommeliger en armoediger indruk. Het gebied is erg vruchtbaar met graanvelden, olijfgaarden en kassen voor groente en tomaten. De kassen zijn van plastic. We gingen naar Bosra, een oude stad waar Ramses II, Alexander de Grote en de Romeinse keizer Trajanus zijn geweest. We hadden lunch in een soort Oostenrijkse skihut die restaurant “duizend- en- nacht-nacht” heette. De aankleding bestond uit kromzwaarden en folkloristische kostuums. Onze lunch bestond uit wraps met kaas of kip. Bosra was een belangrijke stad aan verschillende karavaanroutes. Er is een 13de eeuwse citadel, die was opgericht tegen de Mongoolse horden die het Midden-Oosten overspoelden. Deze citadel was gebouwd rondom het Romeinse theater. Dat is prachtig bewaard gebleven omdat het lang onder het zand heeft gelegen. De citadel is gebouwd van basalt steen, dat hier veel voorkomt. De stad wordt langzaam uitgegraven. Hoewel het een Unesco werelderfgoed site is, heeft de Syrische regering onvoldoende middelen om de 5000 archeologische vindplaatsen, uit te graven. Bovendien moet ze huizen en grond aankopen waaronder de stad Bosra ligt begraven. Er waren bijna geen toeristen. Een van de handelaren smeekte zelfs of we wat wilden kopen, want de toeristen bleven weg uit het Midden – Oosten. Toen we vertrokken naar Damascus begon het te regenen. Volgens Mustafa was Damascus ook een Bijbelse stad waar Maria en Josef, Jezus en Abraham geweest waren. We zitten nu in een hotel aan de rand van de oude stad. Echt oud Oosterse chic. Een enorme kamer met drie grote bedden. Vlakbij is het oude station waar een stoomlocomotief buiten stond. Vanavond diner met
Arabische dansen.

De doedelzakspelers in het Romeinse theater.


Dinsdag: 15 februari 2011: De doedelzakspelers in het Romeinse theater.
We gingen niet naar Damascus want het is de geboortedag van de profeet. Blijkbaar geen goed moment om de grens te passeren. Het reisschema is aangepast. Libanon komt nu volgende week aan de beurt. We gingen eerst naar de Koning Abdullah moskee die zo'n 25 jaar oud is. De dames werden geheel in het zwart gehuld. Er naast waren een Grieks-orthodoxe en een Koptische kerk. We kregen van onze gids Ahmed veel uitleg over de Islam. Daarna brachten wij een bezoek aan de citadel van Amman. Een citadel is een fort of vesting bij een stad en kan dienen als vluchtburcht bij en aanval van vijandelijke troepen. Deze vestingen komen van oorsprong uit de Indus vallei en werden in de loop van de tijd bij alle steden gebouwd. Andere namen zijn Kremlin of Alcatraz. Er was in de bronstijd in Amman al een soort vesting. Die is in de loop van de tijd steeds uitgebreider geworden. In de Romeinse tijd heette de stad Philadelphia. Toen de Moslims hun centrum van Medina naar Damascus verplaatsten, lag Amman op de karavaanroute van Damascus naar Medina. Er waren op de citadel mooie uitzichten over Amman. Het was mooi zonnig weer. Bij de ruïne van het Ummajadenpaleis stonden een doedelzakspeler en een trommelaar te spelen. Er naast stond een “tips box”. De doedelzak zou uit de woestijn naar Schotland zijn gekomen. Daarna bezochten we het grote Romeinse theater van Amman. Er was veel toeristenpolitie.
's Middags bezochten we Jerash, een Romeinse ruïnestad, net zo goed als Leptis Magna in Libië. Jerash ligt aan een zijrivier van de Jordaan. Er was een groot ovaal forum en een Cardo Maximus, hoofdstraat, met zuilen. Er was een grote triomfboog voor Keizer Trajanus. In het Romeinse theater weer doedelzakspelers met begeleiding van grote trommels. Hoewel de doedelzak dus van de Bedoeïenen komt, wilden ze best Mull of Kintyre spelen. Romeinse steden werden volgens een vast patroon gebouwd; een soort schaakbord met twee hoofdstraten en poorten aan de vier uiteinden. De Hoofdstraat, de Cardo Maximus, loopt meestal Noord-Zuid. De tweede hoofdstraat, de Decumanus loopt Oost-West. Vlakbij de Artemis tempel was een replica/reconstructie van een Romeinse watermolen met steenzaag. Deze replica is in 2003 door een Franse school gebouwd. De cardo Maxiumus van Jerash is een van de best bewaarde van het Romeinse Rijk. Jerash was een van de steden van de Decapolis; een stedenbond aan de rand van de Helleense wereld. Later werden ze onderdeel van het Romeinse rijk. Het was voor Rome van belang omdat in dit vruchtbare gebied veel graan en olijven werden verbouwd. De stad werd het slachtoffer van een aardbeving en veranderende politieke omstandigheden.; het centrum van de Moslim wereld ging van Damascus naar Bagdad. 60% van de stad ligt nog onder het zand. Ahmed, onze gids , legde er de nadruk op dat Jordanië ook een deel van het Heilige Land was geweest. Jezus was misschien in Jerash geweest. In ieder geval in een stad in de buurt. Het leek een soort politieke statement. De handelaartjes waren niet zo opdringerig als in Egypte. Er waren zelfs kinderen van de leeftijd van Willemijn bij, die ansichtkaarten verkochten. Terug in Amman zagen we de watertankauto's de huizen bevoorraden. Op de daken staan watertanks voor het geval de waterleiding te weinig druk heeft. Dat blijkt vaak te gebeuren. Een teken van het waterprobleem in Jordanië. 's avonds aten we in een Libanees restaurant. Prima keuken. Zelfs Jordaanse wijn. Een fles bier kost al snel 5 euro. 's Avonds op de hotelkamer zagen we op BBC News de demonstraties in Jemen, Iran en Bahrain.

Een Niqaab op Valentijnsdag


Maandag 14 februari 2011 Een Niqaab op Valentijnsdag

Op maandagavond waren we ondergedompeld in een andere wereld. We waren in een van de betere Arabische restaurants, Tawaheen Al-Hawa restaurant , waar wij genoten van en Arabisch maaltijd. Toen we zeiden dat het lekker was geweest, bleek dat we alleen nog maar het voorgerecht hadden genoten. Er werd gen alcohol geschonken, wel vers geperst limoensap. Het was erg druk vanwege Valentijnsdag. Een van de reisgenoten merkte op: Het lijkt wel of het hier vol zit met filmsterren” Veel jonge vrouwen hadden zich heel chic gekleed. Mooie avondjurkjes met blote schouders. Er zaten ook stelletjes met Valentijnsballonnen aan hun tafeltje. En plotseling liep daar een mevrouw in Niqaab met een rode Valentijnsballon. Ik was te laat met mijn fototoestel. Dat geeft een beetje de sfeer aan. Amman is een erg moderne stad. Het lijkt in iets op Cairo. Je ziet geen armoede of smerigheid. Vooral veel middenklasse. Het is een soort Amerikaanse stad met veel grote doorgaande wegen.
We kwamen aan in het donker want om 17 uur gaat de zon onder. Het visum en de douane verliep vlot. De bus stond klaar voor de rit van drie kwartier naar de stad. In het hotel kregen wij een grote suite. We hadden al een mooie kamer bij Marriott in Hoofddorp gehad. In Nederland was het koud en nat. We hadden op zondag afscheid genomen van onze ”mildly chaotic family”( volgens Sjoerd en John Cleese the road to happiness). De kleinkinderen hadden Gu's zilveren Duizend-en-een-nacht-schoenen bewonderd. Op maandagmorgen gingen we met de Shuttle bus naar Schiphol. Gu was zo behulpzaam op het bagagewagentje van de hostess van Fox weg te brengen. Maar dat begon erg te lijken op die mop van de padvinder die het ouwe dametje wilde laten oversteken. We kregen het advies om toch vooral de Jordaanse dinars op Schiphol te kopen. Achteraf bleken ze daar 10% duurder als in Jordanië. We kochten het Glossy Duikmagazine met het grote Irene met de haaien interview. De vlucht met Royal Jordanian was voorspoedig. Het laatste half uur vlogen we relatief laag. Mogelijk hing dat samen met het feit dat we over Tel Aviv en langs Jerusalem vlogen. In het hotel 's avonds naar BBC World News gekeken. Demonstraties in Teheran.

zaterdag 12 februari 2011

Arabische lente

Met verbazing hebben wij de ontwikkelingen in Egypte gevolgd. We zijn er een paar daar geleden geweest. We hebben een archeologische reis door Libie gemaakt. Ik had niet gedacht dat de combinatie van een jeugd die verandering wil en de komst van de "Social media" zo'n krachtige prikkel tot vernadering zou zijn. eE gaan binnenkort zelf kijken of de Arabische lente verdere gevolgen heeft.
jur