zaterdag 13 december 2008

van wind naar stoom



Op woensdag 10 december 2008 werd in restaurant de Koekfabriek ( de voormalige fabriek van Verkade ) in Zaandam het boek "Van Wind naar Stoom"gepresenteerd.
Auteurs: Jaap Schipper en Maura Huig.
Redactie: Jur Kingma, Jan Piet Bloem, Piet Verhoeven, Hildebrand de Boer, Jaap Schipper en Maura Huig.
Beeldredactie: Jan Piet Bloem en Cees Kingma.
Uitgave: Stichting Uitgeverij Zaans Erfgoed in samenwerking met Stichting Uitgeverij Noord-Holland. ISBN: 978 90 78381 34 1
Prijs: € 39,50

Dit was mijn lezing.

Van Wind naar Stoom
Jaap Schipper en 30 jaar Industriële Archeologie, behoud en hergebruik van fabrieksgebouwen in de Zaanstreek.

Waarin verschilt de Zaanstreek van andere industriegebieden?
Het boek Basic Forms of industrial buildings van het Duitse fotografen echtpaar Bernd & Hilla Becher toont hoogovens, mijnbokken, gashouders, compressorhallen, koeltorens, watertorens, cokesovens en andere grote gebouwen. Al deze gebouwen horen bij het steenkooltijdperk en de steenkooleconomie.
De Zaanstreek heeft ook gashouders gehad. En er is nog een watertoren. Maar de typische Zaanse fabriek valt niet in de categorieën van dit kunstenaarsechtpaar.
Kijk maar naar buiten. U ziet geen hoogovens, compressorhallen of koeltorens.

Het boek van Jaap Schipper en Maura Huig laat zien waarin en waarom de Zaanse fabrieken verschillen van de gebouwen van de steenkooleconomie.

Ik ga het kort met u hebben over Industriële Archeologie, de Zaanse industriegeschiedenis, MBTZ en natuurlijk Jaap Schipper en Maura Huig. En natuurlijk wat het nieuwe boek ons aan nieuwe inzichten heeft gegeven.

Industriële Archeologie is de bestudering van de geschiedenis van de industrie aan de hand van materiele overblijfselen zoals gebouwen, machines, tekeningen en industriële producten.
Het woord is in 1955 bedacht door de Engelse amateur historicus Michael Rix. In Groot-Brittanië gaat het vooral over de geschiedenis van de industrie revolutie. Dat is de periode in de 18de en 19de waarin de omvorming plaats vond van een voornamelijk agrarische plattelandssamenleving naar een stedelijke industriële samenleving.
De Vlaamse definitie legt vooral de nadruk op de waardebepaling van industrieel erfgoed. Daarbij worden ook transport en landbouw betrokken.

We hebben dus materiele overblijfselen nodig om de industriegeschiedenis te bestuderen. We willen ook criteria om de waarde van oude industriële gebouwen te bepalen. Met deze zaken heeft de Verenging tot behoud van monumenten van bedrijf en techniek zich bezig gehouden.
Daarover straks meer. Maar eerst een kort overzicht van de Zaanse industriegeschiedenis.

Sinds ongeveer 1600 heeft de Zaanstreek zich ontwikkeld tot een industriegebied.
Begunstigende factoren voor deze ontwikkeling waren:
Het grote dokkensysteem dat was ontstaan door de aanleg van dammen, dijken en sluizen. creëerde een ideaal transportsysteem
De nabijheid van het wereldhandelscentrum Amsterdam.
Het was een vlak land met veel wind.

Er kwamen scheepswerven, industriemolens, stijfselhuizen, blubberkokerijen, zeildoekweverijen, beschuitbakkerijen.De industriemolens werden gebruikt voor het slaan van olie, het pellen van gort, het malen van meel, het kloppen van hennep, het maken van papier, het malen van verfstof en het zagen van hout.

In Groot-Brittannië ontstond een economie gebaseerd op steenkoolmet stoompompen voor de mijnbouw, stoomlocomotieven, stoomschepen en stoommachines voor fabrieken. Twee andere belangrijke pijlers van de Britse industrie revolutie waren de expansie van de textielindustrie en de ijzer- en staalbereiding. Deze innovaties werden elders overgenomen. Bijv door de Twentse textielindustrie en de ijzerindustrie in het Duitse Ruhr gebied.

Het hoogtepunt van de Zaanse industrie lang rond 1730, daarna volgde de geleidelijke neergang. Amsterdam was toen al begonnen aan een geleidelijke achteruitgang. Oorzaken waren o.a de verandering in de machtsverhoudingen in Europa en de oriëntatie van de Europese handel op het Atlantische bekken; de Amerika’s. Van de Zaanstreek speelde het feit en rol dat ijzer en staal hout gingen vervangen als universeel constructiemateriaal.

De Zaanse industrie bleek een grote veerkracht te hebben. Er kwamen uit de traditionele industrie nieuwe producten zoals gepelde rijst, tras, specerijen, chocola, veevoer. Stoom had aanvankelijk geen kosten voordeel.
Er ontstond wel een concentratie van molenbezit.
Er was een lage toetredingsdrempel voor nieuwkomers; de pettenbazen.

In de tweede helft van de 19de eeuw ontstond globalisering door het vrijhandelsstelsel.
Ongepelde rijst kwam uit Birma. Gepelde rijst ging naar Zuid Amerika.
Cellulose en houtslijp uit Scandinavië werd tot papier verwerkt en ging de wereld weer over.
Vele nieuwe infrastructurele werken begunstigden de industriële ontwikkeling: Noordzeekanaal, Zaandamse zeehaven. Wilhelminasluis, aanleg spoorweg.
Maar ook de bouw van gasfabrieken, de aanleg waterleiding en later elektriciteitsnetwaren begunstigende factoren.

De overgang van wind naar stoom duurde een halve eeuw.
Bedrijven trokken naar de oevers van de Zaan en naar de Voorzaan.
Er kwamen nieuwe bedrijven. Houtverwerking zoals Bruynzeel, maar ook kano’s en jachtbouw.
De bestaande bedrijven legden zich toe op consumentenproducten ; soepen, pudding, maïzena, zeep, linoleum.
Secundair ontstonden nieuwe bedrijven zoals blikfabricage voor verpakkingen. Maar ook machinefabrieken. Kartonnagebedrijven die verpakking leverden. Bedrijven die de kratten en kisten maakten voor verpakking.

De komst van elektriciteit en verbrandingsmotor maakten dat fabriekscomplexen groter konden worden, maar dat ook de toetredingsdrempel lager werd.
Nieuwe bedrijven maakten o.a. geur- en smaakstoffen, Norit, drukinkt, lakken – en vernissen.
Transport werd efficiënter door het motorbinnenvaartschip en de vrachtwagen.



Een kort woord over het verval van de Zaanse fabriek en de oprichting van MBTZ.
Economische recessie tachtiger jaren leidde tot sluiten en sloop van fabrieken.
In 1978 vroeg Guus Tiesinga in de gemeenteraad van Zaanstad aandacht voor het behoud van fabrieken.
14 april 1980 eerste vergadering werkgroep MBTZ. Marie Louise Tiesinga-Autsema wordt voorzitter.
15 oktober 1980 eerste leden vergadering van vereniging MBTZ
verenging formeel opgericht in 1981.
Al in het eerste jaar werd Jaap Schipper bij MBTZ betrokken. Hij was betrokken bij de stichting Pal tegen Verval. Hij was voorzitter van de monumentencommissie van de Culturele raad van de provincie Noord Holland. Jaap is natuurlijk ook de man van het idee van de Zaanse Schans.
De eerste vergadering werkgroep gebouwen op kantoor Jaap Schipper op 26 maart 1981.
Veel ambitie maar vooral EHBO; ijspakhuis Dil, Hembrug, Adelaar, watertoren van Gelder. Rijstpellerij Unie was al gesloopt in 1979.
1982 criteria voor inventarisatie Zaanse fabrieksgebouwen opgesteld. Jaap is aan het werk gegaan.
1992 aanbieding inventarisatie houten bedrijfspanden aan Provincie Noord Holland.
Dat was ook het jaar van het Monumenten Inventarisatie Project wat betreft de Zaanstreek.
In 1995 volgde nog het rapport Zaanoevers van het projectbureau industrieel erfgoed.
Jaap Schipper had het plan opgevat op basis van zijn verzamelde kennis een boek te gaan maken over de Zaanse fabrieksbouw. Als spoedig kreeg hij hulp van de architectuurhistoricus Maura Huig. Het werd een langdurig ingewikkeld proces.

Hier heb ik de versie uit 2001!

De stichting Zaans Erfgoed wierp zich op als uitgever. Maura Huig werd opnieuw betrokken bij het werk aan het boek. Zij werd ondersteund door een redactieraad. Er kwam een beeldredactie aan te pas. De uitgever en de vormgever hebben een belangrijke rol gespeeld. En natuurlijk de vereniging Zaans Erfgoed. De erfopvolger van MBTZ.

Wat heeft de studie van Jaap Schipper en Maura Huig ons nu aan nieuwe inzichten gegeven?

Aanvankelijk bleef de plattegrond van de windmolen bewaard. Maar voor de nieuwe “stoomfabriek”werd een apart stenen gebouw tussen de molenschuren geplaatst. De vormgeving was gebaseerd op bestaande vormen van architectuur uit de huizenbouw.
Amsterdamse architecten vervulden een belangrijke rol. Maar ook Zaanse aannemers, architecten en molenbouwers hebben fabrieken ontworpen. Er ontstond een ondernemersarchitectuur die een belangrijke rol speelde in de beeldvorming. Fabrieken waren symbolen van de nieuwe tijd.
Er is geen navolging van de Engelse fabrieksbouw zoals in de Twentse textielindustrie ( met uitzondering van de eerste linoleumfabriek.)
Nieuwe materialen zoals ijzer, staal en beton maakten nieuwe vormen van fabrieksbouw mogelijk.
In de Zaanstreek is volop met nieuwe vormen geëxperimenteerd.
Je kunt in de Zaanstreek nog een staalkaart van het nieuwe bouwen bewonderen.

Helaas ontbreekt de tijd om op dit moment in te gaan op de rol van het hergebruik van fabrieksgebouwen. Maar de hergebruikte Zaanse fabrieken zijn uniek in de geschiedenis van de fabrieksbouw omdat ze voortzetting vormden van een eeuwenoude molenindustrie. Zij zijn geen kopieën van buitenlandse fabrieken maar zijn lokaal ontwikkeld met een eigen vormentaal. Nieuwe bouwmaterialen zoals staal en beton hebben bijgedragen aan die nieuwe vormentaal. Ze kunnen zelfs worden gezien als voorlopers van het Nieuwe Bouwen in Nederland.
De intensieve samenwerking tussen Jaap Schipper en Maura Huig heeft ons dit inzicht geven.
U kunt er straks van genieten.
Jur Kingma

maandag 8 december 2008

Van Sinterklaas hebben we een heleboel boeken gekregen.
Ook het boek van Cees Fasseur over het Huwelijk van Koningin Juliana en Prins Bernhard.
Vandaag staat op de website van de BBC dat Koning Edward van Engeland niet alleen moest aftreden vanwege zijn voorgenomen met Wallis Simpson, maar ook vanwege zijn relatie met een dubieuze genezer; De Yorkshire Yogi
http://news.bbc.co.uk/2/hi/uk_news/7767919.stm

zaterdag 6 december 2008

Vandaag heb ik in de NRC het interview met Jeffry Sachs gelezen over de economische crisis.
Een heel stimulerend verhaal. De diepere oorzaken van de huidige crisis zijn volgens hem het onopgeloste armoede probleem, het voedsel tekort, overbevolking, te kort aan water en energieprobleem.
http://www.myspace.com/sachsonline

Ik las een boeiend verhaal over de Hummer, als symbool van alles wat er mis in in de Vereningde Staten: The Short disgusting life of the Humer: http://www.salon.com/news/feature/2008/12/05/hummer/

Momenteel lees ik A.N.Wilson "After the Vicorians". Het is boeiende crisis van 1929-1931 te vergelijken met wat er nu aan de hand is. De snelheid waarmee de zaken zich ontwikkelen is groter. Dat heeft natuurlijk te maken metde netwerksamenleving waarin de industrie van supply chains en just-in-time afspraken geheel met elkaar is verweven. Door de globalisering is de impact veel groter. Het is lastig om gedurende een storm de schade te bepalen. Pas als de storm is gaan liggen krijgen we een beeld van de schade.
Zo was de crisis in de jaren dertig in het scheepsbouwgebied van Tyne veel erger dan bijvoorbeeld in de opkomende autoindustrie.
Voor A.N.Wilson zie:
http://www.guardian.co.uk/books/2005/aug/27/featuresreviews.guardianreview7
http://forum.wgbh.org/wgbh/forum.php?lecture_id=2043

vrijdag 5 december 2008

start op Sinterklaas


Sinterklaas lijkt me een goede dag om te starten met een blog. Het is het meest typisch Nederlandse feest. Ik zal op deze blog schrijven over boeken, techniekgeschiedenis, industriele archeologie, gezondheidszorg, reizen en alles wat mij verder verwondert.

Ik start met een foto van de stoomboot van Sinterklaas. Het s.s Spanje was de "Havenpolitie 1". Later voer dit schip als "Cerberus". Deze is nu nog te bewonderen in het Schiffshebewerk in Henrichenburg in het Duitse Ruhrgebied. Het was waarschijnlijk de eerste stoomboot van de Sint die op de T.V. was.