zondag 20 februari 2011

Kruisvaarders en waterwielen


Vrijdag 18 februari 2011: Kruisvaarders en waterwielen
Zoals elke dag gewekt om 7 uur. Koffers voor de deur om 7.45. Daarna ontbijt; was erg karig met Nescafé en de bekende Arabische pannenkoeken. Het nieuws bracht o.a. demonstraties in Jemen Bahrein en het feit dat Khadaffi had meegedaan aan een tegendemonstratie. Eerste stop was de enorme Necopolis bij Palmyra. Eerst bezochten wij een graftoren en vervolgens een grafkelder met een fraaie wandschildering die de strijd om Troje uitbeeldde. Er stonden nu wel zes bussen. Dat komt omdat deze plekken maar een uur of twee er dag open zijn. En de meeste toeristen willen Palmyra zien bij zonsopgang. En de tapijtverkopers op brommers waren ons gevolgd en ook allerlei anderen hadden hun winkeltjes op straat geopend.
Daarna volgde een lange rit door de woestijn. Hoe dichter we bij de Middellandse zee kwamen hoe groener het werd. Mustafa vertelde hoe men in Syrië de Egyptische revolutie bezag. Ze waren verbaasd hoe objectief CNN was. Ze lieten zelfs zien dat Obama en Hillary Clinton geen antwoord hadden op de vraag waarom ze zo'n dictator als Mubarak hadden gesteund. Ze houden vooral van Al Jazeerha omdat het kritisch is tegen over de Amerikanen. Al Arabia vinden ze te pro-Amerikaans. Diep in hun hart zijn veel Syriërs pro-Amerika maar durven er niet voor uit te komen. De strijd in Bahrein zag hij vooral als een strijd van de Sjiieten tegen de Soennieten. Mustafa is Soenniet. Na bijna drie uur rijden waren we in Homs, de tweede stad van Syrië. Nu een echte industriestad met een olieraffinaderij, een cementfabriek etc. We reden door tot de Libanese grens. Daar begon een weg vol haarspeldbochten naar het Krak de Chevaliers. Het is het grootste Kruisvaarders kasteel van het Midden-Oosten. Oorspronkelijk gebouwd als een Koerdische burcht, was het ingenomen door de kruisvaarders en door de Tempeliers uitgebouwd tot een enorm verdedigingscomplex. Na enige eeuwen viel het door een list in handen van de Arabieren. Het is een van de grootste overgebleven kastelen in de wereld. Na een lunch met “kippen en frietjes” in een restaurant dat werd gedreven door een Syriër die een soort Arabische kopie van Paul de Leeuw was, hebben we uren door het kasteel gelopen. Het was veel klimmen op moeilijke trappen. Vanwege mijn wandelstok kwamen er steeds lieden op mij af die me omhoog wilden slepen. Weer de padvinder en het oude dametje, want zo zou ik van de wal in het schip komen. Het uitzicht was prachtig, maar te heiig om de Middellandse zee te zien. Wel zagen we in de verte het St.Jorisklooster ( George, Jur!). Op een berg hadden de Syrische Christenen naast een moskee een groot Mariabeeld gezet. We spraken met een groep studenten; Het waren Syrische Armeniërs. Toen een van ons het woord genocide liet vallen, begonnen twee meisjes te juichen: “Ze weten het, ze weten het”. Ook de weg naar beneden vereiste stalen zenuwen van de chauffeur van onze Chinese bus, want van bermbeveiliging heeft men hier nog nooit gehoord.
We reden naar Hama, de vierde stad van Syrië. We gingen naar het centrum waar een aantal Noria's zijn; enorme houten schepraderen die worden aangedreven door de rivier en die tegelijk water opscheppen om het uit te storten in aquaducten die naar de bevloeide akkers gaan. Er waren 200 waterwielen in Hama; er zijn er nog 23. De Noria’s zijn Romeinse uitvindingen die in de Arabische wereld behouden zijn gebleven. Aan de rivier was de pantoffelparade van de vrijdagavond. Heel gezellig al die families met hun kinderen. Veel dames in het zwart. Mannen met allerlei attracties op de fiets: koffie, dadeldrank, ijs, ballonnen. Verder zagen we schoenpoetsers, kermisattracties in het park, kamelen om een ritje op te maken voor de kinderen. Men wilde best gefotografeerd worden. In de schermer klonken plotseling van alle kanten de luidsprekers met de Muezzin om op te roepen tot gebed. Een heel aparte sfeer. Om 19.30 uur kwamen in onze luxe hotel in het hart van Aleppo aan. 's Avonds hadden wij een diner in een Arabisch restaurant Cantara in een groot oud koopmanshuis. Lekker en sfeervol.

donderdag 17 februari 2011

De palmenstad aan de zijderoute


Donderdag 17 februari 2011. De palmenstad aan de zijderoute.
Gisterenavond geen Arabische muziek. Wel een lange wandeling naar een van de betere restaurants. We kwamen door de straat van de boekhandelaren. Ik zag dat ze vooral in Korans en religieuze teksten handelden. Toch volgende week eens nader bekijken. Het nieuws via internet gaf demonstraties en ongeregeldheden in Bahrein, Iran en vooral Libië. Dat van Libië is opmerkelijk omdat het in Benghazi is, de stad waar het Kolonel Khadaffi museum is. Toen wij in oktober 2008 in Libië waren, hadden wij niet gedacht dat hier ooit een opstand zou uitbreken; zo'n politiestaat met zulke grote gevangenissen. Volgens onze Jordaanse gids kijkt de hele Arabische wereld naar Egypte omdat ze dat als de poort naar de Arabische cultuur beschouwen.
Vanmorgen vertrokken we met een Syrische bus door de eindeloze buitenwijken van Damascus. Syrië was lang een communistisch/socialistische staat, waar de Baa'th partij de alleenheerschappij had. Er waren ook nog wijken met de bekende standaard Oostblok flats. Na de Perestroika van Gorbatsjov werd de economie in fases geliberaliseerd. Shell is nu in dit land bezig met oliewinning. We zagen in de verste buitenwijken talloze moderne fabrieken. Er worden nu zelfs ( Iraanse) auto's geassembleerd. Qatar is nu een van de grootste investeerders in Syrië. De Emir van Qatar laat bij Palmyra een groot paleis bouwen voor de jacht op de Syrische adelaar. Dat is een exclusieve sport onder de rijken van de Golfstaten; met valken op jacht naar de adelaar. Hiermee schijnen enorme bedragen gemoeid te zijn.

Na ongeveer een half uur kwamen wij in de steppe woestijn. Halverwege hadden wij een koffiestop in café Bagdad. Dat is genoemd naar een Amerikaanse film die in de woestijn van de USA speelt. Maar de naam doe het goed aan de weg van Damascus naar Iraq. In het café lag iemand naar Vitesse-PSV te kijken. Buiten stonden en paar busjes van de UN. Het waren Filipijnse peace-keepers van de Golan Hoogte die een paar dagen vrijaf hadden. Ze vermaakten zich uitstekend. In de bus vertelde Ahmed ons alles over verschillen tussen Sjiieten en Soennieten en welke sekten daar weer bij horen zoals de Wahabieten en Druzzen.
Later hadden wij een fotostop waar op de verkeersborden de afslag naar Bagdad stond. Maar het was ook bij een spoorwegovergang. Daar kwam net een van de twee treinen langs die daar in de week passeren. Een trein op weg naar de fosfaatmijn verder in de woestijn. Verder was de woestijn zanderig met af en toe een Bedoeïentent. Maar Syrië dwingt de Bedoeïenen hun zwervend bestaan op te geven.

Palmyra, de palmenstad, ligt bij een oase op een kruispunt van Karavaanroutes. De zuidelijke tak van de Zijderroute kwam hier langs. In de stad, die semi-onafhankelijk was, werden alle goederen belast. Toen Koningin Zenobia de macht probeerde te grijpen in het Romeinse rijk, greep de keizer in en werd Palmyra onderdeel van het rijk. Om het opkomende Christendom af te troeven werden in Palmyra grote tempels gebouwd. De Grote Ba'al tempel werd omgebouwd tot Zeus tempel. Omdat de karavaanroutes werden verlegd, boette de stad aan belang in. In het midden van de 18de eeuw verwoestte een aardbeving een groot deel van de stad. Bedoeïenen bouwden huisjes tussen de ruïnes die steeds verder onder het woestijn zand kwamen. Maar de stad had toen al een magische klank en de architectuur was o.a. inspiratie voor verschillende Engelse landhuizen. In de loop van de tijd kwamen schatgravers en archeologen langs. Verschillende belangrijke stukken zijn nu te bewonderen in de musea van St.Petersburg en Berlijn. Vanaf 1930 werden de Bedoeïenen uitgekocht zodat het hele gebied van zo'n 40 hectare geleidelijk onderzocht kan worden. Er lopen nu nog gewoon wegen dwars doorheen. Voor onze rondleiding gingen wij eerst naar een pannenkoekenrestaurant in de stad. We begonnen de rondleiding in de Zeus/Ba’al tempel. In het heilige der heilige had het gouden kalf gestaan. Het was een zeer groot complex. In het theater werd de akoestiek getest door het Bronsgroene eikenhout te zingen. Daarna gingen wij naar de tetrapylon; dat zijn 4x4 zuilen die op het kruispunt van de hoofdstraten stonden. Daarna liepen we door de Cardo Maximus, de hoofdstraat waar de winkels en openbare gebouwen waren, terug naar de tempel. Met de bus gingen we naar de Citadel, een vluchtburcht tegen de komst van de Ottomanen. Het uitzicht op de heuvel bij de burcht bij de zonsondergang was prachtig. We werden achtervolgd door alle handelaartjes op brommers. Er is hier zeker geen massatoerisme zodat de enkele reiziger belaagd wordt door verkopers en verkopertjes. Een aantal spullen lijkt toch wel uit Taiwan, China of Thailand afkomstig. De invloed van de zijderoute blijft blijkbaar lang nawerken.

woensdag 16 februari 2011

Duizend en een nacht in een oude Ski-hut


Woensdag 16 februari 2011
We vertrokken om 08.30 uit Amman. Grote files de stad in. Het had wat geregend. Volgens de gids was in het zuiden een zand- of stofstorm geweest. De grens tussen Jordanië en Syrië kostte enige uren en allerlei ingewikkelde procedures. De andere kant op was een constante stroom van personenauto's met de achterklep geopend vanwege de vele koopwaar. Ook het dak was vaak volgestouwd. We kregen een nieuwe gids, Mustafa, die een aantal jaren in Nederland had gewoond. Hij spreekt erg goed Nederlands. Syrië maakt een veel rommeliger en armoediger indruk. Het gebied is erg vruchtbaar met graanvelden, olijfgaarden en kassen voor groente en tomaten. De kassen zijn van plastic. We gingen naar Bosra, een oude stad waar Ramses II, Alexander de Grote en de Romeinse keizer Trajanus zijn geweest. We hadden lunch in een soort Oostenrijkse skihut die restaurant “duizend- en- nacht-nacht” heette. De aankleding bestond uit kromzwaarden en folkloristische kostuums. Onze lunch bestond uit wraps met kaas of kip. Bosra was een belangrijke stad aan verschillende karavaanroutes. Er is een 13de eeuwse citadel, die was opgericht tegen de Mongoolse horden die het Midden-Oosten overspoelden. Deze citadel was gebouwd rondom het Romeinse theater. Dat is prachtig bewaard gebleven omdat het lang onder het zand heeft gelegen. De citadel is gebouwd van basalt steen, dat hier veel voorkomt. De stad wordt langzaam uitgegraven. Hoewel het een Unesco werelderfgoed site is, heeft de Syrische regering onvoldoende middelen om de 5000 archeologische vindplaatsen, uit te graven. Bovendien moet ze huizen en grond aankopen waaronder de stad Bosra ligt begraven. Er waren bijna geen toeristen. Een van de handelaren smeekte zelfs of we wat wilden kopen, want de toeristen bleven weg uit het Midden – Oosten. Toen we vertrokken naar Damascus begon het te regenen. Volgens Mustafa was Damascus ook een Bijbelse stad waar Maria en Josef, Jezus en Abraham geweest waren. We zitten nu in een hotel aan de rand van de oude stad. Echt oud Oosterse chic. Een enorme kamer met drie grote bedden. Vlakbij is het oude station waar een stoomlocomotief buiten stond. Vanavond diner met
Arabische dansen.

De doedelzakspelers in het Romeinse theater.


Dinsdag: 15 februari 2011: De doedelzakspelers in het Romeinse theater.
We gingen niet naar Damascus want het is de geboortedag van de profeet. Blijkbaar geen goed moment om de grens te passeren. Het reisschema is aangepast. Libanon komt nu volgende week aan de beurt. We gingen eerst naar de Koning Abdullah moskee die zo'n 25 jaar oud is. De dames werden geheel in het zwart gehuld. Er naast waren een Grieks-orthodoxe en een Koptische kerk. We kregen van onze gids Ahmed veel uitleg over de Islam. Daarna brachten wij een bezoek aan de citadel van Amman. Een citadel is een fort of vesting bij een stad en kan dienen als vluchtburcht bij en aanval van vijandelijke troepen. Deze vestingen komen van oorsprong uit de Indus vallei en werden in de loop van de tijd bij alle steden gebouwd. Andere namen zijn Kremlin of Alcatraz. Er was in de bronstijd in Amman al een soort vesting. Die is in de loop van de tijd steeds uitgebreider geworden. In de Romeinse tijd heette de stad Philadelphia. Toen de Moslims hun centrum van Medina naar Damascus verplaatsten, lag Amman op de karavaanroute van Damascus naar Medina. Er waren op de citadel mooie uitzichten over Amman. Het was mooi zonnig weer. Bij de ruïne van het Ummajadenpaleis stonden een doedelzakspeler en een trommelaar te spelen. Er naast stond een “tips box”. De doedelzak zou uit de woestijn naar Schotland zijn gekomen. Daarna bezochten we het grote Romeinse theater van Amman. Er was veel toeristenpolitie.
's Middags bezochten we Jerash, een Romeinse ruïnestad, net zo goed als Leptis Magna in Libië. Jerash ligt aan een zijrivier van de Jordaan. Er was een groot ovaal forum en een Cardo Maximus, hoofdstraat, met zuilen. Er was een grote triomfboog voor Keizer Trajanus. In het Romeinse theater weer doedelzakspelers met begeleiding van grote trommels. Hoewel de doedelzak dus van de Bedoeïenen komt, wilden ze best Mull of Kintyre spelen. Romeinse steden werden volgens een vast patroon gebouwd; een soort schaakbord met twee hoofdstraten en poorten aan de vier uiteinden. De Hoofdstraat, de Cardo Maximus, loopt meestal Noord-Zuid. De tweede hoofdstraat, de Decumanus loopt Oost-West. Vlakbij de Artemis tempel was een replica/reconstructie van een Romeinse watermolen met steenzaag. Deze replica is in 2003 door een Franse school gebouwd. De cardo Maxiumus van Jerash is een van de best bewaarde van het Romeinse Rijk. Jerash was een van de steden van de Decapolis; een stedenbond aan de rand van de Helleense wereld. Later werden ze onderdeel van het Romeinse rijk. Het was voor Rome van belang omdat in dit vruchtbare gebied veel graan en olijven werden verbouwd. De stad werd het slachtoffer van een aardbeving en veranderende politieke omstandigheden.; het centrum van de Moslim wereld ging van Damascus naar Bagdad. 60% van de stad ligt nog onder het zand. Ahmed, onze gids , legde er de nadruk op dat Jordanië ook een deel van het Heilige Land was geweest. Jezus was misschien in Jerash geweest. In ieder geval in een stad in de buurt. Het leek een soort politieke statement. De handelaartjes waren niet zo opdringerig als in Egypte. Er waren zelfs kinderen van de leeftijd van Willemijn bij, die ansichtkaarten verkochten. Terug in Amman zagen we de watertankauto's de huizen bevoorraden. Op de daken staan watertanks voor het geval de waterleiding te weinig druk heeft. Dat blijkt vaak te gebeuren. Een teken van het waterprobleem in Jordanië. 's avonds aten we in een Libanees restaurant. Prima keuken. Zelfs Jordaanse wijn. Een fles bier kost al snel 5 euro. 's Avonds op de hotelkamer zagen we op BBC News de demonstraties in Jemen, Iran en Bahrain.

Een Niqaab op Valentijnsdag


Maandag 14 februari 2011 Een Niqaab op Valentijnsdag

Op maandagavond waren we ondergedompeld in een andere wereld. We waren in een van de betere Arabische restaurants, Tawaheen Al-Hawa restaurant , waar wij genoten van en Arabisch maaltijd. Toen we zeiden dat het lekker was geweest, bleek dat we alleen nog maar het voorgerecht hadden genoten. Er werd gen alcohol geschonken, wel vers geperst limoensap. Het was erg druk vanwege Valentijnsdag. Een van de reisgenoten merkte op: Het lijkt wel of het hier vol zit met filmsterren” Veel jonge vrouwen hadden zich heel chic gekleed. Mooie avondjurkjes met blote schouders. Er zaten ook stelletjes met Valentijnsballonnen aan hun tafeltje. En plotseling liep daar een mevrouw in Niqaab met een rode Valentijnsballon. Ik was te laat met mijn fototoestel. Dat geeft een beetje de sfeer aan. Amman is een erg moderne stad. Het lijkt in iets op Cairo. Je ziet geen armoede of smerigheid. Vooral veel middenklasse. Het is een soort Amerikaanse stad met veel grote doorgaande wegen.
We kwamen aan in het donker want om 17 uur gaat de zon onder. Het visum en de douane verliep vlot. De bus stond klaar voor de rit van drie kwartier naar de stad. In het hotel kregen wij een grote suite. We hadden al een mooie kamer bij Marriott in Hoofddorp gehad. In Nederland was het koud en nat. We hadden op zondag afscheid genomen van onze ”mildly chaotic family”( volgens Sjoerd en John Cleese the road to happiness). De kleinkinderen hadden Gu's zilveren Duizend-en-een-nacht-schoenen bewonderd. Op maandagmorgen gingen we met de Shuttle bus naar Schiphol. Gu was zo behulpzaam op het bagagewagentje van de hostess van Fox weg te brengen. Maar dat begon erg te lijken op die mop van de padvinder die het ouwe dametje wilde laten oversteken. We kregen het advies om toch vooral de Jordaanse dinars op Schiphol te kopen. Achteraf bleken ze daar 10% duurder als in Jordanië. We kochten het Glossy Duikmagazine met het grote Irene met de haaien interview. De vlucht met Royal Jordanian was voorspoedig. Het laatste half uur vlogen we relatief laag. Mogelijk hing dat samen met het feit dat we over Tel Aviv en langs Jerusalem vlogen. In het hotel 's avonds naar BBC World News gekeken. Demonstraties in Teheran.

zaterdag 12 februari 2011

Arabische lente

Met verbazing hebben wij de ontwikkelingen in Egypte gevolgd. We zijn er een paar daar geleden geweest. We hebben een archeologische reis door Libie gemaakt. Ik had niet gedacht dat de combinatie van een jeugd die verandering wil en de komst van de "Social media" zo'n krachtige prikkel tot vernadering zou zijn. eE gaan binnenkort zelf kijken of de Arabische lente verdere gevolgen heeft.
jur